Wanneer een Engel Zomerland in loopt treft hij iets aparts aan.
Hij kijkt eens goed en ziet een heel klein meisje, zittend op een steen en het huilt.
In Zomerland had hij nog nooit een kindje zien huilen.
Nee, hier was het altijd fijn.
De Engel liep naar het meisje toe en vroeg: “Wat is dat nu mijn kind? Waarom huil je zo?”
Het meisje keek met grote betraande ogen naar de Engel op en zei heel zachtjes: “Ik ben zo bang.”
“Maar waar ben je dan bang voor mijn kind?” vroeg de Engel. “Hier is toch niets waar je bang voor hoeft te zijn?”
Het meisje keek de Engel opnieuw aan en haar tranen gleden over haar rood gekleurde wangen.
“Ik ben zo bang dat ik niet lang hier meer mag blijven”, zei ze zacht.
“Ik ben hier al zo lang en ik ben eigenlijk nog niet klaar, om naar een andere sfeer te gaan.”
De Engel fronste zijn wenkbrauwen en keek nogmaals naar dit huilende meisje.
“Hoe oud ben je mijn kind?”
Het meisje keek voor zich uit en zag de kleine kinderen spelen in de draaimolen en het reuzenrad.
“Ik ben bijna 18 aardse jaren”, zei ze zacht.
“Dit betekent dat ik de kindersfeer moet verlaten en dat ik naar mijn eigen sfeer moet waar ik nu hoor, maar ik wil helemaal niet weg!” en ze greep de vleugel van de Engel vast.
“Alsjeblieft, laat me hier nog even blijven!” en ze keek de Engel smekend aan.
De Engel glimlachte en zei tegen het meisje: “Ik denk niet dat jij je zorgen hoeft te maken.
De sfeer waar jij naartoe gaat is echt heel erg fijn.
Kom, als je mij een hand geeft, gaan we samen deze wereld verkennen.”
“Maar ik wil niet!” schreeuwde ze het uit.
De Engel bedacht zich niet en legde snel zijn hand op het hoofd van het meisje neer.
Onmiddellijk werd het meisje rustiger en keek nu alleen nog maar met betraande ogen naar de Engel.
Een Hoge-Engel kwam aangelopen.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij en keek van het meisje naar de Engel.
De Engel zuchtte en antwoordde: “Ze wil Zomerland niet verlaten om naar een andere sfeer te gaan.
Ze wil hier blijven.”
De Hoge-Engel keek vertederd naar het meisje.
“Ik snap dat best”, zei deze. “Ik zou hier ook wel elke dag willen zijn, en als je al zo lang in Zomerland bent, dan is dit vertrouwd en wil je dit niet loslaten.
Ik wil dat je haar meeneemt naar het schoolgebouw.
Daar zijn nog meer kinderen die net als zij, klaar zijn voor een nieuwe fase van hun leven hier in het Hiernamaals.
Breng haar daar naartoe, zodat ze rustig aan het idee kan wennen dat spelen in Zomerland nu echt voorbij is, en dat ze nu voor het eerst de grote wereld in mag stappen.”
De Engel knikte en zei de Hoge-Engel gedag.
“Ga je met mij mee?” vroeg de Engel aan het meisje en hij stak zijn hand uit.
Het meisje liet zich van de steen afglijden en pakte de hand van de Engel vast.
“Waar gaan we naar toe?” vroeg ze enigszins nieuwsgierig.
“Ik ga je weer naar school brengen, daar krijg je nieuwe lessen.”
“Oh fijn”, zei het meisje. “Ik hou van school.
Ik heb vele klassen mogen doorlopen en heb hier heel veel geleerd.”
De Engel glimlachte naar haar en knikte.
“Straks zal je nog veel meer mogen leren. Kom maar mee”, zei hij en samen liepen ze door Zomerland.
Er waren veel scholen en voor iedere leeftijd was er één.
Bij het gebouw aangekomen zei de Engel: “Hier is het.
Ga naar binnen en zodra je klaar bent, kom ik je weer ophalen.”
Het meisje glimlachte door haar tranen heen en ging de school binnen.
De Engel keek nog even door het raam en zag dat het meisje met volle aandacht haar les aan het volgen was.
Elke dag volgde het meisje haar lessen en elke dag bracht de Engel haar naar school en wachtte hij haar op wanneer de school uit was.
Elke dag bespraken ze samen het nieuwe leven dat ze zou gaan leven in die andere sfeer.
Op een dag, nadat ze uit school was gekomen, zei ze trots: “Ik ben er klaar voor.
Ik wil nu heel graag naar deze andere sfeer van licht.”
De Engel keek blij verrast en zei: “Ik ga het voor je in orde brengen”, en hij maakte een buiging voor haar.
“Over een week zal je definitief Zomerland gaan verlaten en dan zal ik je persoonlijk naar die andere wereld begeleiden.”
De week was snel voorbij en ze nam van iedereen afscheid.
Ze ging nog eenmaal de achtbaan in en ze wilde nog eenmaal met de reuzenrad mee, waardoor ze over heel Zomerland kon kijken.
Ze wilde nog eenmaal naar de Dierenwereld en ze zwom met de walvissen en dolfijnen.
Ze nam afscheid van de Water-Engelen die haar zo gelukkig hadden gemaakt, en op het moment dat ze van alles en iedereen afscheid had genomen keek ze in het rond en zei: “Ja, het is nu tijd dat ik mijn vleugels echt uit ga slaan en mijzelf niet meer verstop in deze kinderwereld van liefde.”
De Engel kwam met uitgestrekte armen op haar af gelopen en hield haar beide handen vast.
“Nou jongedame, ga je met mij mee?”
Voor de laatste keer keek ze in het rond en knikte naar de Engel.
“Ja graag.” Hand in hand liepen de Engel en het meisje door Zomerland.
Bij het hek met gouden letters en robijnen bleven ze even staan.
Het meisje opende de poort in het hek en samen met de Engel liep ze er doorheen.
Ze deed de poort van het hek weer dicht en zei toen ze tussen de spijlen van het hekwerk heen keek:
“Vaarwel lief Zomerland, ik heb veel over jullie geleerd. Het is tijd”, zei ze zacht.
Ze draaide zich nu om en was opeens geen meisje meer.
Ze was nu een volwassen vrouw met mooie lange haren en schitterende blauwe ogen.
Het verwonderde haar dat ze nu opeens veranderd was.
Met een vrolijke blik in haar ogen keek ze de Engel aan.
“Kom”, zei de Engel en samen liepen ze verder.
Ze liepen hand in hand de ene sfeer door naar de andere, en elke keer was er een andere liefdevolle sfeer die zich aandiende.
De energie veranderde bij elke sfeer en deze was nu heel licht en zacht.
Ze voelde zachte strelingen langs haar wang gaan en de Engel glimlachte.
Hij had de Gouden-Engelen van deze sfeer al gezien, maar voor zijn pupil waren ze nog onzichtbaar.
De vrouw hoorde van alles maar zag nog niets.
“Zijn we al in de sfeer waar ik thuis hoor?” vroeg ze nieuwsgierig.
De Engel knikte van ja. “Heb heel even geduld. We zijn niet voor niets door al die lagen van liefde heen gereisd.
Je kreeg de kans om even te wennen.
Kom laten we even gaan zitten”, en het meisje keek maar zag nergens een stoel of een bankje.
“Vertrouw op mij”, en samen gingen ze zitten.
De jonge vrouw zat naast de Engel en keek naar een pastelkleurige wereld.
Langzaam ging de sluier voor haar ogen weg, en ze keek nu haar nieuwe wereld van liefde in.
Overal zag ze mensen lopen met hun Gouden-Engel aan hun zijde en zagen er gelukkig uit.
Ze zag schitterende witte huizen vanuit het niets tevoorschijn komen en ze zag overal prachtige perken met bloemen en bomen.
Het leek veel op Zomerland, alleen was de sfeer hier veel zachter.
Waar ze ook maar keek, overal zag ze Gouden-Engelen lopen.
“Wat is dit voor een sfeer?” vroeg ze zacht.
De Engel keek haar blij aan en zei: “Dit de sfeer waar jij je liefdevolle lessen mag gaan leren.
De energie zal straks omhoog gaan en jij mag dan, net als alle anderen hier, vanuit deze wereld gaan helpen.”
De vrouw stond op en zag dat de wereld waarin ze nu zou gaan wonen heel erg mooi was.
Het leek wel een paradijs met al die bloemen en bomen.
De grote witte bergen waren ver weg en ze zag alleen nog de besneeuwde toppen.
Kleurrijke vogels vlogen over en de vrouw heen en ze kon haar ogen niet geloven.
Dit was haar nieuwe wereld en ze keek de Engel met betraande ogen aan.
Ze stak haar hand naar hem uit en zei: “Ga je met me mee?”
De Engel pakte haar had vast en op het moment dat hij over de grens van deze wereld stapte,
veranderde hij in een prachtige Gouden-Engel.
Een nieuwe wereld en een nieuw begin.
Geschreven door Jolanda Rhijnsburger