Samen slenterden ze door de drukke winkelstraat.
Ze waren zojuist een kaarsje gaan branden in de kerk die daar zijn deuren voor open had gezet.
Hij sloeg zijn arm om haar heen en zij droogde de tranen die over haar wangen heen stroomden.
Ze keken elkaar verdrietig aan, maar door hun tranen kwam een liefdevolle glimlach.
Hand in hand liepen ze door de stad.
Nog geen zin om naar het ouderlijk huis te gaan waar zoveel was gebeurd.
Daar waar zoveel herinneringen liggen van zijn moedertje.
De avond was ingevallen en de lichtjes om en rond het water schenen fonkelend.
Hij kon zijn tranen niet meer bedwingen, nu hij de kerstsfeer in zichzelf omhoog voelde borrelen.
De tweede kerst zonder haar.
De tweede kerst zonder haar lieflijkheid en haar liefdevolle zorgen.
Zij was het die hem altijd het gevoel van thuiskomen gaf.
Met gebalde handen hield hij de leuning van de brug vast.
Tranen liepen over zijn wangen naar beneden en hij wilde rennen heel hard weg rennen.
Hij wilde hier niet meer zijn.
Hij wilde die pijn die hij nu ervaarde niet meer voelen en hij keek zijn geliefde verdrietig aan.
“Ik kan niet meer!” riep hij in alle onmacht uit.
“Ik kan niet meer!” en hij rende bij haar vandaan het stadsparkje binnen.
Bij een bankje hoopte hij wat tot rust te komen.
Zij wandelde op een rustige tempo naar hem toe.
Ze had hem even de tijd gegeven om op adem te komen, het was ook niet niks om je moedertje die zoveel voor je had gedaan en hem zo lief heeft gehad, te verliezen.
Hij ging zitten en met zijn hoofd in zijn handen geduwd, huilt hij in harde gieren.
Zij ging naast hem zitten en sloeg haar arm hem heen.
Dan zoent ze hem zachtjes op zijn handen.
Hij kijkt haar door de tranen heen aan en zegt: “Ik mis haar zo…Oh, ik mis haar zo!”
Ze slaat haar armen om hem heen en hij huilt zachtjes in haar armen.
Vanuit de verte komt een oudere man aangelopen.
Hij heeft een klein hondje aan de lijn.
Hij loopt op de beide mensen af en legt wanneer hij bij hen aankomt zijn handen op hun hoofden neer.
Beiden kijken op en ze zien dat zijn vader, haar schoonvader achter hen staat.
Met waterige ogen zegt hij: “Ik kon het thuis niet meer uithouden. Ik moest weg!”
Hij gaat naast hem zitten en slaat zijn arm om hem heen.
Met zijn drieën zitten ze naast elkaar en kijken naar de lichtjes van de stad.
In de verte hoorden ze zachte klankjes op het grind.
Tegelijk kijken ze dezelfde kant op en zien dat een jonge vrouw hun kant op loopt.
Het hondje begint van blijdschap te blaffen en de vrouw kijkt verschrikt op als ze hen ziet zitten.
“Ik wilde naar jullie toekomen, zijn jullie me tegemoet gekomen?”
Nu ze wat beter keek zag ze dat de beide mannen verdrietig naast elkaar zaten.
Ze gaat aan de andere kant van het bankje zitten en kijkt voor zich uit.
“Ja mensen, de tweede kerst zonder onze mamsie.”
“Kijk papa”, een klein meisje wijst met haar vingertje naar de sterrenhemel.
“Daar is oma hé! Kijk Papa!”
Haar vader heeft zijn kleine meid achterop zijn fiets.
“Ja, lieverd daar is oma.”
“Oma is in de Hemel”, zegt het meisje weer.
“Klopt lieverd, oma is in de Hemel.
Oma is een sterretje geworden en kijkt elke avond of jij je bordje wel leeg eet en of je lekker ligt te slapen.
Ze geeft je dan een kusje op je wang en gaat dan naar je zusje.
Oma let heel goed op jullie en houdt veel van jou.”
Samen met zijn vrouw fietsten ze door het parkje.
Zijn oudste dochter achterop en zijn jongste dochter voorop.
Ze willen op kersavond tezamen komen.
Hij denkt aan ruim een jaar geleden.
Zijn tweede moedertje waar hij zo dol op was.
Zij die ook voor hem klaar stond en haar hart voor hem open had gedaan.
Nog elke dag mist hij haar.
Zijn vrouw fietst voorop en ziet in de verte onder de stadslamp de rest van de familie zitten op het bankje.
Ze stapt af en ook haar man en kinderen stappen af.
“Ook toevallig” zegt hij dan.
“Is dit niet de plek waar ze graag haar as uit wilde laten strooien?”
Met zijn allen kijken ze naar het water en het lijkt of alles opeens stil blijft staan.
Ze horen geen geluiden, ze zien geen andere voorbijgangers, ze zijn heel even helemaal stil en één in dit liefdevolle gevoel.
Vader staat op en loopt naar de waterkant.
De rest volgt hem en ze houden elkaars handen vast.
“Volgend jaar komen we hier weer terug, op kerstavond en dan nemen we haar mee om haar hier achter te laten”, en hij huilde tussen zijn woorden door.
“Dit is wat ze zo graag wilde, hier uitgestrooid worden, de plek waar ze zo graag kwam.
Pas dan kunnen we weer nieuwe herinneringen maken, pas dan kunnen we weer verder.
Dus”, en hij keek iedereen aan.
“Volgend jaar om dezelfde tijd, op dezelfde plek”, en hij sloeg zijn armen om zijn kinderen heen.
“Dit moeten we samen doen! Pas dan zal er een nieuw kerstfeest voor ons zijn.”
Geschreven door Jolanda Rhijnsburger.