“Vaak als ik onder de walnotenboom lig en zie de zon door het bladerdak heen schijnen, moet ik aan jou denken.
En ik zie ons samen zitten hier onder de boom en we zeggen niets tegen elkaar.
Nee, we kijken alleen maar. We zien de schoonheid van de natuur, wie kijken de buizerd na die overvliegt, en we zien de vuurvliegjes
die hier een korte periode in onze tuin te zien zijn.
We zuchten allebei, want het is stil in ons.
We hebben geen gedachten, we hebben geen oordeel naar elkaar toe, maar voelen ons één met alles verbonden. In deze wereld zal ik je
weer ontmoeten, in deze wereld mag je hier bij mij zijn, want ik nodig je uit, wanneer je dit tijdelijke leven voor het eeuwige verruild om naar me toe te komen.”
Jolanda Rhijnsburger