Ze zon was bijna onder, een jonge dame stond op haar waranda en keek naar het weidse landschap.
De uitgestrektheid was magische nu de zon bijna onder was.
Er was geen enkele huis of boom in de weide omtrek te zien en het voelde of ze alleen op deze wereld was.
Ze ging uit vanavond, ze wilde naar een feest in de stad.
Ze had haar lievelingsjurk aangedaan en wachtte tot het tijd was om te gaan.
Het was nu bijna donker, de maan was vol en de sterren kwamen steeds helderder tevoorschijn.
Ze pakte haar autosleutels en haar vestje en liep naar haar auto toe.
Een oude pick-up truck.
Startte de auto en reed langzaam de weg op.
Het was een lange stille weg, alleen bestemmingsverkeer maakte hier gebruik van.
In de verte zag ze een vel licht op haar afkomen.
Ze zette haar auto aan de kant.
Meestal was het een grote tractor, waar ze dan even voor moest stoppen om deze grote gevaarte voorbij te laten gaan.
De jonge vrouw wachtte tot het felle licht dichter bij zou komen en dat ze weer verder kon rijden, maar ze bleef het felle licht zien en het kwam niet dichterbij.
Ze deed haar auto uit en haalde de sleutels uit het contact.
Deed het portier open en stapte uit.
Voorzichtig liep richting het felle licht.
Een warm gevoel overviel haar.
Ze stond in het witte licht en ze werd omarmt door liefde, geluk en blijdschap.
Opeens was het felle licht verdwenen en ze was op een plek die ze wel herkende, maar niet goed kon plaatsen.
Ze was hier eerder geweest, maar wanneer kon ze niet meer herinneren.
Een oude vrouw stond naast haar, glimlachte en zei, “kom meisje, ik neem je mee naar een echt groot feest.”
En de oude dame begeleide haar naar een groep mensen die met elkaar stonden te praten.
“Ik wil graag iemand aan jullie voorstellen, ze is nieuw hier.
Ik heb haar een uitnodiging gestuurd om hier vannacht aanwezig te zijn.”
De groep mensen keken de jonge vrouw aan en begonnen te lachen en begroete haar allerliefst.
De muziek ging spelen en een optocht kwam langs.
Samen met de groep mensen keken ze wie er allemaal voorbij zou komen.
Ze zag Meester Sananda en ze zag Moeder Maria, ze maakte contact met Meester Kuthumi en ze kreeg een handkus van Meester Germain en ze mocht op audiëntie bij de Meester Boeddha.
Ze zag de prachtigste praalwagens, ze zag de mooiste bloemen en wat een heerlijkste muziek werd er gespeeld.
Ze zag Engelen, lichtwezens die zo lief waren en de jonge vrouw was omringt met alleen maar geluk en heel veel liefde.
Er werd gedanst, heel veel gedanst, grote kringen zielen met verschillende gedaantes dansten zij aan zij, het was allemaal zo hemels.
Tot het moment dat ze afscheid moest nemen, de oude vrouw kwam haar halen en keek blij.
“Wat fijn dat jij zoveel plezier hebt gehad”, zei de vrouw.
Vanaf nu ben je altijd uitgenodigd om hier te zijn als wij dit feest vieren.
Kom ik breng je naar huis.”
De jonge vrouw nam afscheid van haar nieuwe vrienden en ook de Meesters namen afscheid van haar.
Meester Sananda knipoogde naar haar, en streelde zacht haar wang. “Alles komt goed, weet dat ik altijd naast je sta.”
Ze knikte en lachte door haar tranen heen.
In een flits was ze weer aan de kant van de weg.
Het felle licht was er nog steeds en een stem zei liefelijk en zacht: “Tot volgend jaar mijn kind”, en het licht verdween.
Het was koud.
De jonge vrouw deed de knoopjes van haar vestje dicht.
Keek toen nog eens naar de sterren en de maan en huilde zachtjes.
Het gemis van die blijdschap en liefde was nu al voelbaar en ze zuchtte.
En een zachte hand streelde haar wang en ze wist dat ze nooit alleen zal zijn.
© Jolanda Rhijnsburger