Er was op een dag dat de wind met de donkere wolken speelde.
Ze waren onafscheidelijk.
Ze waren één, en waar de donkere wolken heen gingen, daar was de wind ook.
Tot op een dag de wind zag dat de zon scheen en zij even stilviel.
“Wij ben jij?” vroeg de wind en keek de zon nieuwsgierig aan.
“Ik ben liefde”, lieve wind.
“Wat is liefde?” vroeg de wind weer.
“Liefde is gewoon liefde, voel maar.”
En de zon streelde met zijn warme zonnestralen over de wind heen.
De wind zuchtte eens diep en voelde zich heerlijk.
“Wat voel je nu?” vroeg de zon.
De wind dacht even na.
“Ik weet het niet, ik kan niet denken als jij mij zo beschijnt.”
De zon glimlachte en de wind kreeg langzaam zijn gedachten weer terug.
Ze zag opeens dat zij niet hetzelfde was als de donkere wolken waar ze altijd samen mee speelde.
Zij voelde, dat ze tussen de zon en de donkere wolken in was komen te staan.
“Wat raar?” dacht de wind.
Als ik de zon voel, voel ik liefde voor alles en als ik met de donkere wolken samen ben, voel ik overal conflict.
We waaiden en we donderden en bliksemen en laten zien dat we boos zijn, maar ben ik eigenlijk wel echt boos?
Zij de wind wilde helemaal niet boos zijn, zij wilde vrij zijn!
En de wind begon zich af te scheiden van deze donkere wolken en ze begon zachtjes te blazen.
Steeds weer blies zij een donkere wolk weg.
En langzaam kwam het licht van de zon tevoorschijn en hij streelde met zijn warme stralen de vleugels van de wind.
Ze had voor de liefde gekozen.
© Jolanda Rhijnsburger.