Welkom mijn lieve mensen.
Dank je wel dat je de moeite neemt om dit te lezen.
Mijn naam is Sananda en ben één van de Opgestegen Meesters die door Jolanda heen werkt. Haar verhalen zijn bewustzijnsverhalen en lichten een tipje van de les en de werelden achter de sluiers op.
Haar verhalen zijn dus niet verzonnen door haar, maar duidelijk doorgegeven door haar en uw Gidsen, Opgestegen Meesters en vele Lichtwezens die u niet kent vanuit de aardse wereld.
Wij als Lichtwezens hebben niet alleen verhalen doorgegeven met lessen die je kan helpen bij het leven hier op aarde. Nee, wij hebben haar ook een boek laten schrijven over de voor velen nog onbekende Water-Engelen.
Zij heeft niets zelf verzonnen, sterker nog, ze kende de Water-Engelen niet eens.
Alles is afkomstig, ieder woord, iedere energie, ieder karakter, van de werelden van achter de sluiers.
Wij ‘De Meesters’ zijn er om je als mens te helpen op het pad van verlichting, en de lessen zijn zwaar als je het pad gaat bewandelen.
Zo kan het wezen dat je de levenslessen niet goed begrijpt, wat de lessen inhouden, of je denkt dat de spirituele wereld alleen bestaat uit Engelen die je helpen.
Dat is ook zo, maar er zijn zoveel Lichtwezens die je niet kent, maar die wel de mensheid helpen met hun lessen.
‘Spiritueel’ is een woord dat door velen nog verkeerd wordt opgevat.
Vaak hoor ik de mens zeggen: “Ik ben spiritueel of hoog gevoelig", maar wat is in hun ogen dan spiritueel en wat is hoog gevoelig?
‘Spiritueel’, het woord wat jullie gebruiken is niet alleen maar met Engelen praten of kaarten leggen en daar antwoorden uit krijgen.
Spiritueel is niet buiten jezelf zoeken. Nee, dat is op onderzoek gaan binnen in jezelf.
Wat is er in mij in onbalans?
Waar zit ik nu nog mee?
Heb ik ergens trauma’s opgelopen?
Waar kom ik vandaan?
Wie ben ik eigenlijk in deze wereld?
Er zijn zoveel vragen waar je vanuit jezelf antwoord op kunt krijgen.
Maar wat is nu hoog gevoelig of hoog sensitief?
Dat betekent dat je gevoelig bent voor emoties, omdat je die zelf ook allemaal in je systeem hebt zitten.
Het pijnlichaam van de ander, komt in aanraking met het pijnlichaam van jou.
Je voelt dat je emoties beginnen op te spelen en dat is moeilijk om mee om te gegaan.
Vaak word je zelf ook boos of verdrietig en komen al jouw oude emoties omhoog en los.
Daar moet je dus naar kijken, dat is de sleutel van ons bestaan als mens. Oplossen!
Kijk naar wat doet het met jou?
Wat kan je eraan doen?
Wat wil deze emotie jouw vertellen?
Wat kan je ervan leren, of nog beter, wat kan je eraan doen om het af te leren?
Zo kun je elke emotie in jezelf elke keer dieper en dieper uithollen, tot wel vele levens terug.
Totdat je die emotie niet meer nodig hebt.
Alles op de aarde kent een keerzijde, alles heeft een doel, maar om juist op de middenlijn te blijven is het nodig om te ontdekken wie je echt bent.
Door op te ruimen in jezelf, is dit de enige manier om dichter bij je ware zelf te zijn.
Dichter bij de middenlijn, de balans of het nulpunt.
Door op te ruimen komt je eigen Christuslicht meer naar voren.
Je bent klaar om zijn licht te ontvangen, en bij iedere opruiming daalt dit licht, beetje bij beetje dieper in jezelf in.
Ook je Hogere-zelf die dit alles aanstuurt, daalt langzaam mee.
Op aarde kennen we een aantal bekende Opgestegen Meesters, maar in werkelijkheid zijn het er heel veel.
Het is dus mogelijk om je Christuslicht te behalen in deze wereld waarin jij nu leeft.
Het is haalbaar om je oude gewoontes los te laten en je leven zo in te richten, in het dienstbaar zijn voor de wereld om je heen.
Het is mogelijk om dit leven, in alle opzichten te voorzien van licht dat vanuit onze en de Goddelijke stroming komt, te omarmen.
Het kan… alleen jij moet het zelf doen, je moet het echt willen, je kunt het niet laten doen.
Anderen kunnen je inzichten geven, of kunnen je helpen, maar je moet het zelf doen!
Wij de Opgestegen Meesters zien wie er graag geholpen wil worden, en begeleiden diegene naar de ander, die de inzichten kan en mag geven.
Zo helpen wij jullie en helpen jullie elkaar.
Jolanda krijgt de verhalen, boeken en haar verhalen voor liefdevolle mensen door, zoals wij ze haar ingeven.
Niets is voor niets, alles heeft een reden.
De energie van ons werk heeft als doel om ook jou aan te raken.
Aanvaar je deze energie niet en komt er nu een conflict bij u naar boven, dan is dat niet onze energie die door uw heen stroomt, maar dat is uw eigen energie die onderzocht mag worden.
De lessen die tussen de verhalen heen verweven zitten zijn afkomstig uit mijn naam en hebben misschien voor u een streng en confronterend karakter.
Mijn taak is u duidelijkheid te scheppen en niet om u in verwarring te brengen.
Laat het tot u komen.
Kijk, lees en onderzoek, en het zal u dé levens besparen die u nog had te gaan.
Nu is het de tijd om echt wakker te worden.
Nu is het tijd om de Hemelvaart te behalen waar u met zijn allen zo naar hebt verlangd.
Nu is het tijd voor liefde, en alleen als u aan uzelf blijft werken zal de liefde voor uzelf meer en meer in balans komen, en zal de liefde overwinnen en de Hemelvaart zal in aantocht zijn.
Wees in liefde met uzelf, de ander en de wereld waarin u leeft.
Ga met God onze vader en moeder.
Met een liefdevolle en hartverwarmende groet,
Sananda.
Mijn zuster die pijnlichaam heen
Moeder zuchtte nog eens, ze had het volbracht.
Een prachtig meisje lag in haar armen.
Ze glunderde en ze was zo trots op haar mooie meisje. Ze is zo lief en nog zo puur. Vader kwam de kamer binnen en keek vertederd naar zijn vrouw en hun prachtige dochter.
“Lieverd, ik heb een verrassing voor onze kleine meid.
Ik heb een kast met laatjes voor haar gemaakt.”
Moeder keek vader vragend aan: “Waarom een kast mijn lieverd?”
Vader keek naar zijn pasgeboren dochter.
“Mocht ze eens nare en vervelende ervaringen in het leven meemaken, dan kan ze die in de laatjes leggen. Mocht ze verdrietig zijn in haar leven, dan kan ze dat verdriet in dit kastje leggen en weer gelukkig zijn.”
Moeder begreep wat hij bedoelde en ze hoopte dat ze dit kastje zo min mogelijk hoefde te gebruiken. Het baby’tje wat net geboren was lag tegen haar moeder aan.
Ze huilde, omdat ze zo’n honger had.
Moeder wachtte nog heel even, het was namelijk nog iets te vroeg voor een volgende voeding. De baby huilde nu harder en gilde het haast uit.
Op datzelfde moment was het of zij zichzelf zag, er was nog een baby geboren en deze leek sprekend op haar. Ze stopte met huilen, maar het andere baby’tje huilde wel door. En ze hield pas op met huilen op het moment dat moeder haar te eten gaf. Samen groeiden ze op en het ladekastje wat vader had gemaakt, raakte al behoorlijk vol. Het meisje keek vaak naar haar evenbeeld.
Haar zusje was vaak verdrietig en huilde veel.
En als ze haar zin niet kreeg, ging ze op de grond liggen en maaide dan met haar armen en benen heen en weer.
Net zolang totdat ze kreeg wat ze zo graag wilde.
Het meisje keek haar zusje vaak verbaasd aan.
Ze waren ook zo anders, zij zo lief, zo sereen, ze hoefde niets eigenlijk.
Ze was ook zo puur in haar ziel.
Maar haar zusje maakte van alles mee.
Het leek ook wel of ze steeds in de val liep van het verdriet.
Ze voelde zich alleen en niet begrepen.
Ze werd vaak boos en voelde zich niet gezien.
Ze huilde vaak, omdat niemand echt van haar hield en de pijn in haar stapelde zich op. Het kastje van vader puilde uit.
Ze had zelfs op de lades van het kastje stickertjes geplakt.
In de ene lade zat al haar woede en in een andere lade zaten alle momenten van jaloezie. Haar verdriet had meerdere lades nodig en elke keer, wanneer ze weer eens verdrietig was, schreef ze het op een stuk papier en stopte dit dan in één van de lades van het kastje.
De twee kinderen werden groot, nog steeds was het ene meisje puur als liefde en haar zusje vol woede en verdriet.
Langzaamaan begon het boze zusje het meisje aan te vallen.
“Waarom moet ik alle klappen opvangen?! Waarom IK!!”
Ze was zo boos, ze wilde net als het meisje zijn, die zo mooi en puur liefde was.
Maar ze wist niet hoe. Op een dag begon ze het meisje te pesten.
Ze was jaloers en wilde haar steeds meer pijn doen.
Maar wat ze ook probeerde, het lukte haar niet.
Ze liep weg bij het meisje en ze stond nu alleen in deze donkere wereld van zichzelf. Het ladekastje van vader zat vol en er kon niets meer bij.
Overal in haar kamertje lagen stukjes papier op de grond, met daarop een nare ervaring geschreven.
En er kwamen elke dag meer en meer nare ervaringen en gedachten bij.
Ze werd depressief, ze zag filmpjes aan zich voorbijgaan over de conflicten die ze met anderen had. Ze had gesprekken in zichzelf, over hoe ze het anders had moeten doen of zeggen. En ze herhaalde iedere nare situatie waar ze geen controle over had, telkens maar weer opnieuw.
Ze kreeg het gevoel dat de hele wereld tegen haar was.
Ze voelde zich nog meer alleen. Ze was bang en ze zag geen uitweg meer.
Alles was zwart om haar heen en ze viel op haar knieën.
“Help me! Help me alsjeblieft!”
En langzaam kwam het meisje achter haar tevoorschijn en hielp haar overeind.
Ze liepen samen naar de ladekast en ze openden alle laatjes.
Ze legden alle verdrietige momenten bij elkaar.
Ze legden alle momenten van jaloezie bij elkaar
Ze legden alle momenten van woede bij elkaar.
Ze legden alle niet begrepen momenten bij elkaar.
En ze legden alle vreugdevolle momenten bij elkaar.
Het meisje liet haar zusje inzien, dat alle verdrietige momenten in haar leven teruggaan naar dat ene moment. Het moment dat ze honger had en graag wilde eten en moeder daar nog heel even mee wilde wachten.
Het meisje liet haar zusje inzien, dat alle momenten van jaloezie uit dat ene moment zijn ontstaan. Het moment dat het meisje rustig bleef en afwachtte en zij niet.
Zij had deze afwachtende controle niet in zich, nee zij wilde zich uiten.
Het meisje liet ook inzien dat vanaf dat ene moment ook woede en eenzaamheid zijn ontstaan, het gevoel niet begrepen te worden, zelfs vreugde zat erin.
Al deze emoties zijn uit dit ene moment geboren.
Elke keer wanneer er iets naars gebeurt, komt de pijn van die allereerste ervaring naar boven, maar ook al die nare ervaringen die daarna kwamen.
En zo blijf je gevangen in je eigen emoties van je eigen pijn.
“Maar wat kan ik daaraan doen?” vroeg het zusje.
Het meisje lachte. “Wie wil je zijn? Wij zijn één.
Jij bent mijn pijnlichaam en ik sta als zuivere ziel achter je.
Jij hebt mijn pijn opgevangen en nu gaan we het omdraaien.
Nu zorg ik voor jou. Wie willen we zijn, willen we pijn of willen we liefde?”
Haar zusje stribbelde nog even tegen.
“Kijk daar is het weer. Ik weet het, je wilt graag de controle houden, omdat je bang bent, maar je zult je over moeten geven aan mij en alle controle los moeten laten als je heel met mij wilt worden.”
“Het spijt me!” zei het zusje zacht.
“Ook deze emotie van, ‘ik ben niet goed genoeg’, wil weer op een slimme manier terrein terugwinnen.”
“Maar ik doe toch niets fout? Ik wil alleen maar liefde!”
“Wil je graag liefde?” vroeg het meisje weer aan haar zusje.
“Ja, ik wil alleen maar liefde!
Ik wil dat iedereen van mij houdt!
Ik wil vrienden!
Ik wil geld!
Ik wil dat iedereen ziet dat ik liefde ben!
Ik wil de beste zijn!
Ik wil…. Ik wil… en het zusje ging op de grond liggen en werd boos. IK WIL! IK WIL!” Het meisje pakte haar zusje op, legde haar in bed en vroeg haar om te gaan slapen. “Nu laat je alles los, ik neem ons leven over.
Zodra je weer wilt opstaan zal ik je weer naar bed toe brengen en je in slaap zingen. Jij hebt gezegd dat je liefde wilt zijn? Dan moet jij de controle opgeven en deze aan mij geven. Is dat wat je wilt? Maar haar zusje was al van vermoeidheid in slaap gevallen. Het meisje leefde vanaf dat moment in liefde.
En zodra haar zuster wakker werd en de controle weer over wilde nemen, bracht zij haar met liefde weer naar bed en liet haar heerlijk slapen.
Zoals u hierboven hebt kunnen lezen, begint de pijn al in de eerste weken van uw leven. Deze pijn die u ervaart als kind, ligt in het geheugen opgeslagen.
De vele levens die jullie samen als mens hebben geleefd, en de lessen die geleerd mogen worden, hebben wij met ons meegenomen naar dit nieuwe leven.
Het kindje in het verhaal is aangesloten aan het collectieve pijnlichaam van deze wereld en op het pijnlichaam van zijn/haar ouders.
Onbewust voelt het kindje de zwaarte, het negatieve, en handelt daarnaar.
Het kindje laat doormiddel van het huilen zien dat ze graag die aandacht wilt. Het wilt zo graag gezien en gehoord worden, en graag geliefd worden door zijn/haar ouders.
Maar wat als het kindje het gevoel krijgt dat hij/zij die liefde/aandacht niet krijgt?
Of later als het wat groter is, en het wordt op school gepest, omdat het niet goed mee kan komen? Of hij/zij is ergens heel erg goed in is en wil graag de beste hierin blijven, maar dat lukt hem/haar niet meer?
Dan zien we dat er twee soorten kinderen ontstaan.
De één doet een stap naar achteren en doet zich voor als slachtoffer.
Het zal verlegen worden, angstig, huilt veel en heeft een teruggetrokken leven.
De ander doet een stap naar voren en zal veel meer op de voorgrond zijn.
Een kind dat alle aandacht opeist en de leukste en stoerste wil zijn.
Hoeveel meer ze zichzelf terugtrekken of luidruchtig zijn, zoveel meer pijn hebben ze. We doen dit allemaal, omdat de achterliggende angst dit aanstuurt en dat aansturen gebeurt door het ego. Het ego wil namelijk overleven en doet er alles aan om gezien te worden. Zo ontstaan er jaloezie, boosheid en wraak. Het pijnlichaam is volledig geactiveerd en zal en wil nu alleen nog maar groter worden, totdat het gezien is en bewust losgelaten mag worden. Maar dat is een hele stap en zal net als bij een ui, laagje voor laagje afgepeld moeten worden.
Het pijnlichaam bestaat uit je emoties en uit je denken.
Als je het pijnlichaam nu eens ziet als een bibliotheek vol met boeken met daarin verhalen die over verschillende emoties gaan.
Het zijn dikke boeken vol met pijn, angst, haat, leugens, wrok, pesten, schelden, vernedering, manipulatie, jaloezie en verlies van dierbaren. Maar ook zijn er boeken vol met mooie emoties, zoals verliefd, krijgen van een kind, trouwen, winnen, enz. enz.
Maar iedere emotie, goed of minder goed, is dualistisch en er zit altijd angst achter verscholen.
Nu hoor ik je denken; “maar hoe kan het krijgen van een kind of trouwen nu een achterliggende angst in zich hebben?”
Het krijgen van een kind is iets prachtigst, maar er zit altijd angst aan vast tijdens de zwangerschap, is het wel gezond, ben ik wel een goede vader of moeder, zal de bevalling wel normaal verlopen, zal de bevalling pijn doen, komen er geen complicaties? En zo kan ik wel even door gaan. Trouwen, één van de mooiste dagen in je leven, maar hoelang blijven we bij elkaar, zal hij of zij niet vreemd gaan, stel dat het ‘houden van’ over gaat of hij gaat eerder dood dan ik? Winnen, is het tegenovergestelde van verliezen, onderaan staan, dom, niet goed genoeg. Het denken en de emoties van het pijnlichaam zijn altijd dualistisch. Ze vullen elkaar heel goed aan.
Er gebeurt iets naars. Je hebt heel hard gewerkt, overuren gedraaid en alles gegeven om het werk wat je van je baas moest doen, voor een bepaalde tijd af te krijgen. Je bent moe en je wilt alleen nog maar slapen. Maar dan opeens zegt je baas, je hebt je werk niet goed uitgevoerd en hij ontslaat je.
Wat gebeurt er dan met je? Zie die bibliotheek vol met boeken voor je en er schuift een boek met de titel ‘niet goed genoeg zijn’ naar voren. Zo ook het boek over ‘boosheid’ , het boek over teleurstelling, angst, geen geld, rekeningen, schaamte, onbegrip, enz. enz. Je pakt de hele stapel op en je gaat ze lezen. Je leest niet alleen over wat je nu is overkomen, maar ook gebeurtenissen die in het verleden zijn gebeurd. Je wordt gevoed met negatieve emoties uit het verleden. En je boosheid over hetgeen wat je is overkomen wordt steeds erger. Je wordt depressief een burn-out ligt op de loer en de negatieve spiraal van al die opkomende emoties blijven maar door je hoofd heen spoken. Je kunt er niet meer van loskomen.
Het pijnlichaam heeft je volledig in zijn macht met zijn emoties en het denken en langzaam word je ziek.
BEN IK DOM?
Een klein meisje zat op het bankje in het park.
Haar kleine beentjes kwamen net niet bij de grond.
Ze bewoog haar beentjes snel, heen en weer.
Ze had niet in de gaten dat ze dit deed.
Haar gedachten waren ver weg. Ze dacht aan school en aan de meester die zo boos op haar was geworden. Hij had tegen haar geschreeuwd en gezegd dat ze dom was en niets kon. Haar broer en zusje wisten hiervan en pestten haar nu ook.
Vanmiddag moest ze in het Drents hardop lezen uit een oud geschiedenis boekje. Ze probeerde het wel, maar de woorden kwamen niet goed uit haar mond. Alle kinderen lachten en de meester was niet eens boos geworden op hen.
Nee, hij lachte net zo hard mee. Nu zat ze daar alleen in het park.
Ze durfde niet meer naar school en durfde niet meer naar huis.
Bang om nog meer gepest te worden.
Nu was ze groot, een volwassen vrouw en zat op het bankje onder de boom. Haar grootste hobby was het schrijven van verhalen, maar ze was erachter gekomen dat ze dyslectisch was.
Een woord waar nog niemand van had gehoord toen ze klein was.
Destijds zeiden de leerkrachten dan gewoon dat je dom was.
De vrouw op het bankje onder de boom had nog steeds het gevoel van vroeger. Nog steeds had ze faalangst. Nog steeds was ze bang dat mensen haar dom vonden. Nog steeds liep ze met deze zware last rond. De vrouw onder de boom overdacht haar probleem.
Ze dacht en ze dacht, maar vond geen oplossing.
Totdat ze wijze woorden van haar ziel hoorde: “Er is geen probleem zolang jij er geen probleem van maakt.” Het was alsof de zon opeens nog feller ging schijnen, de vogels nog harder gingen fluiten en de wind haar met zijn vlagen nog intenser streelde.
“Nee!” zei de vrouw en stond op. “Er is geen probleem, zolang ik er geen probleem van maak.” Ze liep naar een rozenstruik, bukte zich en rook de geur van een nieuwe wereld, een wereld zonder problemen.
Door niet mee te gaan in het denken, niet de boeken te gaan lezen die vol zitten met oude emoties, kunnen we loskomen van ons pijnlichaam. Hij zal altijd aanwezig zijn, maar je hoeft er niets mee te doen.
Het pijnlichaam bestaat dus uit emoties en het denken.
Zodra er iets gebeurd in je leven, reageert het pijnlichaam daar direct op. Het herkent de emoties en het denken wil hier gelijk op reageren. We hebben al gemerkt dat het denken een heel krachtig instrument is wat wij bezitten. Met ons denken kunnen we manifesteren. Ons denken is aangesloten aan het collectief van deze wereld en dus een krachtig veld. We hebben zojuist ingezien dat wij met ons denken onszelf ziek kunnen maken. We kunnen met ons denken onszelf depressief maken en kunnen denken dat we dom zijn. Wij als mens kunnen onszelf zo ontzettend naar beneneden halen, waardoor we echt denken dat we dat ook zijn.
Oorlogen ontstaan, omdat vele mensen hetzelfde denken. Ze willen voor zichzelf opkomen en de ander, waarvan ze denken dat ze hun willen manipuleren, een lesje leren. De tegenpartij voelt zich aangevallen en gaat daarop in, en we hebben oorlog.
Nu gaan we een stapje verder.
Nu zal je denken; “als we nu eens met de hele mensheid liefdevol gaan denken, zou de wereld dat niet veel mooier zijn?”
Een mooie gedachte, maar ‘het denken’ is en blijft dualistisch en wat is nu echt liefde? Denken dat je liefde bent bestaat niet, liefde zit niet in denken. Liefde kun je pas vinden als het denken stopt.
Wij kunnen als mens ons denken onder controle houden, door het denken te observeren en het te laten stoppen. De oefeningen die al eerder hier geschreven staan, kunnen je daar bij helpen.
Maar, wie in jou kan het denken stil laten zijn?
Wie in jou zegt; “en nu is het genoeg, ik wil geen emoties meer, ik wil rust in mijn hoofd!” Wie zegt dit? Wie corrigeert het denken telkens door ‘STOP’ te zeggen, als het denken je weer wilt laten meeslepen in allerlei emoties? Wie is dat?
Zijn we soms met zijn twee?
Als ik ‘ik’ zeg, is er dan ook nog een ander?
Graag neem ik je even mee terug in de tijd.
Ieder mens heeft al vele levens geleefd en wij als mens leren in ieder leven weer nieuwe lessen. Vele lessen worden niet volledig geleerd en mogen die in een volgend leven weer over doen.
Vaak gaan er vele levens overheen, voordat wij een levensles duidelijk hebben.
Maar er is een weg die wij bewandelen en dat is de weg naar het licht.
Door in en met jezelf, de donkerste lagen te hebben doorleefd, blijft er alleen nog maar dat ene lichtpuntje over.
Je kunt niet dieper vallen, je hebt niets meer te verliezen. Door deze ervaring, die ook wel “de dood” betekent, kunnen we alleen nog maar omhoog, naar het licht.
Van daaruit kunnen we leren of beter gezegd afleren.
Alle spelletjes die ons ego heeft toegepast om te overleven, mogen nu ingezien en losgelaten worden, maar ook de consequenties die daaruit voortkwamen.
Dit kan alleen maar als je eerlijk bent over jezelf.
Je kunt jezelf mooier neerzetten en laten zien hoever je al bent in je spirituele bewustzijnsgevoel, maar het spirituele ego zal je alleen maar van je reis afhalen.
Het advies is dus wees eerlijk en spreek de waarheid. Je hebt namelijk niets te verliezen.
Nu we het toch over eerlijkheid hebben en de waarheid willen spreken, is dit een mooie oefening die je vanaf nu kunt toepassen in je leven.
We hebben allemaal weleens, dat we een verhaal aandikken, gewoon omdat we het verhaal wat we vertellen, mooier willen doen lijken.
We voelen ons dan gezien, we zijn even belangrijk, en we krijgen de aandacht die wij zo graag willen ontvangen.
Naar die aandacht is iedereen op zoek die nog vastzit aan het ego.
We willen gezien worden en het maakt niet uit hoe!
Of we verdraaien het verhaal en dan is het niet meer de waarheid, maar verzinnen er grote stukken bij. Waarom?
Omdat we graag gezien, gehoord en die aandacht willen.
Want hoe leuk is het niet, dat iedereen jouw verhaal wil horen. Ze staan om je heen en jij, alleen jij kunt dat verhaal vertellen, omdat jij erbij bent geweest.
Mensen vinden je bijzonder, ze willen bij je zijn, je bent populair….
Maar ergens diep binnenin je, weet je dat je niet de waarheid hebt gesproken. Je hebt het verhaal mooier gemaakt, zodat de waarheid niet meer de waarheid is.
Ken je dat gevoel, dat je tijdens het vertellen beseft dat je niet eerlijk bent?
Dat je de waarheid mooier hebt gemaakt dan het was?
Ik weet zeker van wel. Iedereen doet het, toch?
Ik zal een voorbeeld geven met het volgende verhaal;
Een vrouw zit voor het raam, ze kijkt naar buiten.
De vogels zijn druk vanmorgen.
Ze kijkt en ziet dat de duiven op het hek zitten te wachten op wat lekkers.
De eksters vliegen over, maar ze zijn gelijk weer vertrokken, omdat de voedertafel leeg is. De vrouw gaat naar buiten, ze heeft een mand vol lekkers bij zich.
Ze legt de dop pinda’s voor de eksters op een schaal op de voedertafel neer.
Ze strooit nog wat vogelvoer op de voedertafel en op de grond.
Gelijk komen de duiven terugvliegen en kijken nieuwsgierig naar de vrouw.
De vrouw hangt nog een aantal vetbollen aan een spijker en gaat vervolgens naar binnen. Ze kijkt naar wat voor soort vogels eropaf komen.
De mussen zijn in grote aantallen aan komen vliegen, de duiven zitten op de grond om de zaden op te pikken en de eksters vliegen af en aan om de dop pinda’s ergens te kunnen verstoppen. Het is een mooi gezicht.
Haar man komt de kamer binnen lopen, ze kijkt hem aan en glimlacht.
‘Zo, zijn ze er weer?’
“Ja”, antwoordde de vrouw met een glimlach.
“Je had het moeten zien…. Echt zo mooi… er waren wel honderd mussen die op de voedertafel afstormden. En dan al die duiven, volgens mij waren dat er wel vijftig.”
Ze wist dat ze nu de waarheid niet had gezegd, maar ze kon niet meer terug, omdat ze het al had gezegd. Nu voelde ze zich eigenlijk een beetje rot.
Maar haar man kwam naar haar toe en legde een arm om haar heen.
“Wauw, wel honderd mussen en wel vijftig duiven! Dan mogen we wel snel weer nieuw voer gaan halen! Jij bent mijn vogelvrouwtje.” Nadat hij dit had gezegd drukte hij een zoen op haar wang.
De vrouw was blij met deze aanraking en aandacht.
Wat als ze de waarheid had gezegd en dat er maar rond de dertig mussen waren en maar vijftien duiven op de grond zaten? Was hij dan ook naar haar toe gekomen om haar die aandacht gegeven? Wilde ze niet gewoon onbewust aandacht? Was ze niet gewoon onzeker en wilde ze door de angst die erachter schuilt, controle over de situatie, door maar lief en aardig gevonden te worden?
Allemaal vragen die door haar hoofd heen spookten.
Herken je dit? Heb jij de waarheid wel eens verdraaid om het verhaal mooier en spannender te laten worden dan het in werkelijkheid was?
Was je jezelf er bewust van dat je dat deed?
Een belangrijke vraag vind je niet?
Velen onder ons weten niet dat ze dit doen, en we kunnen onszelf dat ook niet kwalijk nemen.
Het zit zo in ons systeem, ik zou haast zeggen, in ons DNA.
Alsof er ergens een overlevingsmechanisme aan het werk is, die dit aanstuurt.
Maar let vanaf nu maar eens op, wees je er bewust van wat je vertelt.
Let goed op de woorden die je uitspreekt.
Als je heel goed oplet en bewust de woorden en zinnen uitspreekt, zul je erachter komen, dat je nu geen verhalen vertelt die je mooier en groter maakt, maar dat je het verhaal gewoon vertelt, zoals het werkelijk is gegaan.
Het gaat erom dat je je bewust wordt van wat je zegt.
Soms ratelen we in één keer door, zonder er echt bij na te denken wat we elkaar vertellen.
Een man zit in de bar met zijn vrienden, het zijn allemaal haantjes en willen allemaal heel belangrijk zijn. Ze hebben het hoogste woord en lachen en het is gezellig.
De man is vanavond de BOB en moet zijn vrienden naar huis rijden.
De rest van het gezelschap mag deze avond drinken.
Ze hebben al menig glas op en de man ziet alles heel bewust aan.
Hij ziet hoe alcohol bij de mens de remmingen eraf gooit en hij kijkt heel bewust naar welk spel ieder speelt. Ze zijn allemaal luidruchtig en ze hebben allemaal het hoogste woord. De één vertelt een verhaal en de anderen lachen er om.
Natuurlijk is het hele verhaal wat hij verteld uit zijn verband getrokken en is het nu een spannend en lachwekkend verhaal geworden. En iedereen lacht.
De man die we maar even BOB noemen, kent het verhaal ook, maar dan in een heel andere setting. En hij ziet dat alles niet echt is.
Hij ziet dat iedereen zijn of haar rol speelt, en dat er niets van waarheid aanwezig is.
Waarom doen wij als mens dit, vraagt BOB zich af.
Is het misschien vluchten uit de sleur van ons dagelijkse leven?
Willen we misschien dat euforisch gevoel, dat gevoel van dat we erbij willen horen en ons speciaal willen voelen?
BOB weet het niet, hij had hier nog nooit eerder echt bij stil gestaan.
Op een gegeven moment kun je vastlopen. Je beseft dat je zo veel onwaarheden hebt verteld, dat je dreigt door de mand te vallen.
Zodra je je bewust bent van jezelf, kun je het omdraaien, maar geloof je je eigen waarheid, dan zal dat lastiger worden en zal dit altijd op een conflict met de ander uitdraaien. Er is eerst bewustwording voor nodig om jezelf hierin te helen.
Een vrouw heeft haar hele leven in angst door gebracht.
Ze voelde zich alleen en wilde er graag bij horen.
Wat ze ook maar probeerde, ze bleef een buitenstaander en hoorde er niet bij.
Ze voelde zich niet geliefd. Ze voelde zich eenzaam, ze was anders.
Ze gaf zichzelf weg, door iedereen zijn of haar zin te geven.
Ze had geen eigen menig meer, ze bezat geen eigen liefde en ze was verloren in deze grote mensenwereld.
Om ergens bij te kunnen horen begon ze te liegen.
Ze vertelde verhalen die niet waar waren of maar voor de helft.
Ze dikte haar verhalen nog meer aan om gezien te worden.
Ze leefde alleen nog maar in haar wereld vol met leugens.
Ze bemerkte dat ze daardoor wel die aandacht kreeg, en haar spel werd groter en haar leugens ook. Op een gegeven moment raakte ze dan toch verstrikt in haar eigen wereld van leugens. Dat was op het moment dat mensen opeens een verhaal wat ze ooit had verteld teruggaven. Dan zeiden ze van: ‘Maar weet je dat dan niet meer? Je hebt het mij zelf verteld!’
Maar omdat het leugens waren die ze had verteld, had ze het niet kunnen onthouden. Ze wist niet meer wie ze wel een leugen had verteld en wie niet.
En stel je voor dat ze dat verhaal nog eens vertelde maar dan helemaal anders?
De vrouw begon te beseffen dat ze vast begon te lopen.
Wat moest ze doen? Wat kon ze doen?
Door eerlijk te zijn, door geen verhalen meer te vertellen en mooier te maken dan ze al zijn en je niet beter voor te doen dan je bent, zal het je bevrijden van heel veel strijd in jezelf. Als je elke leugen die je ooit eens hebt verteld moet onthouden, kom je in conflict met jezelf, maar ook met anderen.
Je loopt vast in je onwaarheden.
Kun jij je nog herinneren dat je iemand iets hebt verteld wat niet waar was, of het verhaal nog mooier had gemaakt, dan het in werkelijkheid was? Ga naar die persoon toe en zeg: “Ik wil even terugkomen op dat verhaal wat ik je laats heb verteld. Ik moet zeggen dat het niet helemaal zo gegaan is, zoals ik heb verteld.” Of je zegt: “Ik ben niet helemaal eerlijk geweest”, en je vertelt de waarheid.
Vaak zul je zien dat de ander niet goed weet hoe hij of zij daarop moet reageren, maar je kunt ook vragen krijgen zoals: “Waarom heb je dat gedaan?”
Wees dan ook weer eerlijk. Zeg dat je in hebt gezien dat je niet goed bezig was en dat je dit graag wilt herstellen. Om dit te durven is moeilijk, maar als je graag met een schone lei wilt beginnen, dan moet je eerst datgene opruimen, wat nog tussen jou en de ander zit. Zie het als een bucketlist, je streept je onwaarheden weg en telkens wanneer je dit doet, zal je meer rust ervoor terugkrijgen.
Natuurlijk zullen er zo nu en dan momenten zijn, waarop je weer in een herhaling terugvalt. Maar je zal het dan meteen opmerken. Zeg dan gelijk: “Mijn excuses, ik heb me vergist”, of, “mag ik er even op terugkomen, het verhaal ging net iets anders herinner ik me”. Daarmee zorg je ervoor dat je tuintje (in dit geval je hoofd) altijd schoon blijft.
Het steeds maar weer, de leugens die je hebt verteld, te moeten onthouden maakt je ziek. Je raakt in de war, je raakt in de put en door hiermee op te houden, komt er ruimte in je hoofd en die ruimte geeft rust. Je hoeft je niet meer bezig te houden met de onwaarheden die je hebt verteld, je bent eerlijk, je bent oprecht, je bent een heel ander mens geworden en straalt rust uit.
Je hebt een facet van het ego onder controle gekregen, die je eeuwen uit balans heeft weten te houden.
De
Dominante vrouw.
Een vrouw zat voor het raam, ze
keek naar buiten.
Ze dacht terug aan het leven dat zich in het verleden voor haar had afgespeeld.
Ze kon toen niet zo rustig naar buiten kijken zoals ze nu deed.
Nee, voor dat soort rustige momenten had ze toen geen tijd.
Ze was toen een totaal andere vrouw en ze wist waardoor dat kwam.
Ze had geen fijne jeugd gehad en het volwassen leven wat
daarop volgde was zwaar.
Ze moest vechten voor haar bestaan. Haar broers en zusters hadden hetzelfde meegemaakt en ze waren net als zij.
Ze kwamen voor zichzelf op. Dat was hun goed recht.
Ze hadden allemaal een stem en die stem mag gehoord worden.
Maar als iedereen gelijk wilde hebben, dan werd het een probleem.
Dan konden de discussies hoog op lopen en gingen ze uiteindelijk allemaal kwaad uit elkaar. De vrouw dacht weer terug aan het moment dat in haar verleden was voorgevallen. Dit moment had haar ogen geopend.
Ze was samen met een vriendin gaan lunchen.
Haar vriendin had iets heel ergs meegemaakt.
Maar ze luisterde maar met een half oor.
Bij het aanhoren van het verhaal van haar vriendin, kwam bij de vrouw gelijk een herinnering van zichzelf omhoog.
Zij had zelf ook iets dergelijks meegemaakt. Daardoor hoorde ze niet meer wat haar vriendin verder vertelde. Nee, ze zat volledig met haar gedachten bij haar eigen voorval uit het verleden.
Ze had staan popelen om het haar vriendin te vertellen.
Haar vriendin was bijna klaar met haar verhaal en ze had zich niet meer kunnen bedwingen. Een stortvloed van woorden was uit haar mond gekomen.
Ze had in geuren en kleuren verteld hoe erg het voor haar was geweest.
Veel erger dan bij haar vriendin.
Haar vriendin had haar vol verbazing aangekeken.
Bovendien had ze niet alleen haar eigen ervaring verteld, maar ook dat van de buurvrouw, die het nog veel erger had meegemaakt.
Haar vriendin had haar met tranen in de ogen aangekeken.
Ze voelde zich machteloos en ze kon niet tegen haar
op.
Over het voorval, wat haar vriendin had meegemaakt had ze niet meer gesproken.
Zo nu en dan had haar vriendin geprobeerd ook iets te vertellen, maar bij de eerste zin had zij het gesprek alweer overgenomen. Haar vriendin was moe geworden.
Ze had uiteindelijk alleen maar naar de stortvloed aan verhalen van de vrouw geluisterd. Dit was natuurlijk niet de eerste keer dat het gebeurde.
Maar soms kon de vrouw ook heel lief zijn.
Dan kreeg ze weer een lieve kaart of een bloemetje…. Dat had haar vriendin een fijn gevoel gegeven. Ze was toch gehoord en begrepen dacht ze dan.
Maar zodra ze elkaar weer zagen, was ze een totaal andere vrouw.
De vriendin had diep gezucht en was opgestaan om haar jas aan te doen.
‘Wat is er aan de hand?’ Had de vrouw aan haar vriendin gevraagd.
‘Ga je nu opeens weg…? We zitten net zo gezellig.’ Haar
vriendin had haar verdrietig aangekeken en gezegd dat ze moe was en naar huis wilde.
Ze had niet begrepen, wat er door haar vriendin heen ging.
‘Is er iets? Heb ik iets verkeerd gezegd?’ Had ze haar vriendin weer gevraagd.
Haar vriendin had haar boos aangekeken.
‘Iets verkeerd gezegd? Ik vertel jou mijn verhaal, iets wat ik heb mee heb gemaakt en waar ik heel erg verdrietig om ben.
Ik had op jouw steun en begrip gehoopt. Dat jij een luisterend oor zou zijn, waar ik even tegen aan kon praten. Iemand die niet gelijk met haar mening of oordeel klaar zou staan. Maar je hebt
mijn verhaal niet gehoord. Je ziet niet eens hoe ik me nu voel. Jij dacht alleen maar aan jezelf, aan jouw eigen verleden en aan hoe erg het voor jou was. Bij jou is alles altijd veel
erger…!’
De vriendin van de vrouw was toen in huilen uitgebarsten.
Tussen het snikken door had ze gezegd: ‘Heb je dan helemaal geen respect voor een ander? Kun jij niet gewoon alleen maar luisteren en je eigen verleden buiten mijn ervaring houden?
Heb je wel een inlevingsvermogen? Kun jij je wel verplaatsen in een ander?
Hoe zou jij het vinden, als je tegenover iemand kwam te
zitten die alleen maar over zichzelf sprak? En zodra jij iets wilt vertellen, hij of zij het allemaal veel erger had meegemaakt?
En elke keer als je probeert uit te leggen dat je het anders hebt bedoeld, je dan een stortvloed van woorden over je heen krijgt?
Elke keer weer opnieuw het gevoel dat je niet gehoord wordt?
Nogmaals, hoe zou jij dat vinden?’ De vrouw had haar vriendin met verbazing aangekeken. Voor het eerst had ze niets weten te zeggen.
Het was even stil in haar geworden. ‘Het spijt me’, had ze gezegd.
Ze was zich er nooit bewust van geweest dat ze dat
deed.
‘Laten we weer gaan zitten en laat het me weten zodra ik het weer doe.
Ik zal er zelf ook op letten.’ Had de vrouw voorgesteld, nu tot zichzelf gekomen.
Haar vriendin had haar jas weer uitgedaan en was weer tegenover haar zitten.
Met een zakdoekje had ze de tranen van haar gezicht
geveegd. Ze glimlachte verlegen.
Langzaam was het gesprek toen weer op gang gekomen.
Telkens als de vrouw het gevoel had, dat ze haar eigen ervaring weer wilde opdringen, had ze deze gedachte snel weggedrukt.
Het was nu niet belangrijk dat ze het zou vertellen.
Haar vriendin was nu aan het woord en deed haar verhaal.
Een verhaal dat ze nu wel hoorde en met heel andere oren dan een uur eerder.
De vrouw voor het raam was door dit voorval rustiger geworden.
Ze liet nu iedereen uitpraten.
Het stemmetje in haar hoofd die al die jaren gehoord wilde worden en op de voorgrond was geweest, had ze naar achteren geschoven.
En daarvoor was rust in de plaats gekomen.
De rust had er inmiddels voor gezorgd dat ze een luisterend oor was voor velen.
Ze ging wat vaker de natuur in en was in alle opzichten
een mooier persoon geworden. Velen hadden haar inmiddels verteld, dat ze een dominante vrouw was geweest, die altijd aan het woord was en altijd gelijk wilde hebben.
Ze had altijd het gevoel gehad, dat de mensen om haar heen haar zo’n pijn deden. Maar nu wist ze, zij was het zelf.
Haar verandering had haar een nieuw leven geschonken.
Een leven vol liefde voor zichzelf en haar medemens.
We herkennen onszelf vast wel in het verhaal dat hierboven staat geschreven.
De vrouw in het verhaal leerde om te luisteren en haar eigen gedachten, die telkens tijdens het gesprek naar voren kwamen, niet belangrijk te maken.
Heb je weleens werkelijk naar iemand geluisterd, zonder dat daar gedachten tussendoor kwamen? Dat is heel erg moeilijk. Probeer het maar eens en wees je er bewust van als je met iemand in gesprek bent, hoeveel gedachten er voorbij komen.
Vaak kunnen te veel gedachten je leven beheersen.
Iemand die nog in de macht van het ego verkeerd, ziet het lijden echter niet als lijden, maar als enige juiste reactie in een bepaalde situatie.
Ze maken ruzie, hebben volgens henzelf altijd gelijk, ze hebben geen inlevingvermogen en hebben narcistische trekjes.
Alles draait om hen en ze zijn dominant. Ze kijken niet naar zichzelf. De schuld ligt altijd bij de ander. Ze zijn zeer overtuigend en nemen anderen mee in hun val.
Het pijnlichaam wordt alleen maar voller en voller.
Ze worden ziek en hun hoofd tolt van de negatieve gedachten.
Hele dagen zijn ze bezig met het conflict wat ze met een ander hebben.
Ze geloven hun eigen waarheid, want een andere waarheid bestaat er niet.
Het blijven herhalen van wat hun is overkomen, de pijn die ze ervaren, de boosheid opnieuw weer naar boven laten komen, zorgt ervoor dat er een grief ontstaat naar de ander. Die grief blijven ze voeden naar anderen toe. Ze kunnen moeilijk in slaap komen, nachtenlang liggen ze wakker en maken nog steeds ruzie in hun gedachten. Dit kan jaren en jaren doorgaan. Niet alleen bij die ene persoon waar ze ruzie mee hebben, maar bij alle situaties in hun leven waar ze het niet mee eens zijn.
Maar hoe kun je dit nu veranderen?
De meeste mensen komen niet tot een inzicht, ze gaan met grief en al de kist in.
En zodra ze boven in het Hiernamaals zijn en alle ego spelletjes die ze hebben gespeeld achter zich hebben gelaten, gaan ze inzien dat ze verkeerd gehandeld hebben en zien ze hun fouten in. Maar het is juist de bedoeling dat je tijdens dit leven je spelletjes in gaat zien. Je moet over jezelf bewust worden van ieder aspect van het ego, en hoe het de macht steeds weer wilt veroveren over je ware zelf.
Onzichtbare vriendjes.
‘Hallo is daar iemand?’
Vader keek om de hoek van de deur.
Hij riep nog eens: “Is daar iemand?”
Hij luisterde nog eens goed, maar hoorde niets.
Langzaam deed hij de deur open en stapte voorzichtig naar binnen.
“Hallo, is daar iemand?” Riep hij, terwijl hij de deur achter zich sloot. Weer hoorde hij niets.
Met voorzichtige stappen liep hij de hal door naar de keuken.
Bij de keuken aangekomen, zag hij zijn dochter aan de keukentafel zitten. Hij klopte even op de deurpost en zei zachtjes “Hallo…! Hallo…! Niet schrikken.” Maar zijn dochtertje reageerde niet.
Ze was verdiept in waar ze mee bezig was en merkte haar vader niet op. Zachtjes liep hij de keuken in en tikte voorzichtig op haar schouder. Het meisje schrok en draaide zich met een ruk om.
“Papa!” riep het meisje, “Papa!” En ze vloog haar vader in zijn armen. Het meisje was blij. Ze had haar vader al een lange tijd niet gezien. “Had je me niet gehoord?” vroeg haar vader.
Het meisje schudde haar hoofdje van nee: “Ik was aan het spelen met mijn vriendjes.” Vader keek de keuken in: “Maar ik zie helemaal geen vriendjes”, zei vader.
Zijn dochter keek hem boos aan en zei: “Dat zegt oma ook altijd, maar ze zijn er wel! Kijk, ze zitten allemaal aan de keukentafel.”
Vader keek naar de lege tafel, maar hij zag geen vriendjes.
Vader zei toen maar: “Ja, nu zie ik ze ook! Kun jij je vriendjes aan mij voorstellen? Dan weet ik wie het allemaal zijn.”
Het meisje was blij. Blij dat haar vader wel haar vriendjes kon zien. “Dit is Annemarie”, begon ze, “ze is mijn vriendinnetje, omdat ik haar héél erg leuk vind. Ze is altijd vrolijk en ik kan altijd zo met haar lachen. Het is altijd gezellig als zij er is.
Dan hebben we hier Thijs. Thijs is heel creatief. Hij kan zo mooi tekenen. Hij maakt de prachtigste tekeningen. Dit meisje heet Annabel. Zij is vaak jaloers en wil alles hebben wat andere vriendjes ook hebben. Dit jongetje heet Jorrit. Hij wil altijd de baas zijn.
Dat meisje heet Roos. Ze is zo gemeen. Ze doet vaak of ze lief is, maar dat is ze niet. Dus papa, kijk uit voor haar.” Daarbij gaf ze haar vader een knipoog. “Dit jongetje heet Sven. Hij is altijd bang dat hij alles fout doet. Dat meisje daar heet Lisanne. Ze is erg verlegen, ze zegt eigenlijk nooit iets. Dit jongetje heet Arjen. Hij is bang voor alles. Dat meisje heet Joelle. Zij haat alles. En dit jongetje Thomas. Hij houdt van iedereen en is echt lief! Dat meisje in de hoek heet Ellen. Zij vindt Lisanne dom en pest haar altijd. Ze pest eigenlijk iedereen. En dan de laatste dat is Michael. Hij is de liefste van allemaal. Hij is een Engel. Hij zorgt ervoor dat iedereen zijn eigen rol mag spelen in ons spel.”
“Oh ik begrijp het”, zegt vader, “jullie spelen een spel met elkaar.”
Het meisje knikte. “Michael vindt dat iedereen mag zijn zoals hij of zij is. Annabel vindt het leuk om jaloers te spelen.
Lisanne vindt de rol van verlegen meisje weer leuk.”
Vader dacht even na zei: “Maar als ze die rol niet spelen wie zijn ze dan?” Het meisje keek haar vader aan en zei: “Ik natuurlijk. Behalve Michael dan, die is en blijft de Engel. Hij is ook mij, maar hij blijft echt. Hij heeft geen rol, hij is gewoon een Engel, snap je?”
Vader moest even goed nadenken. “Dus als ik het goed begrijp heb je iedere emotie in jezelf een rol en een naam gegeven?”
“Ja papa”, zei het meisje, “jij bent nu verbaasd. Als je deze verbaasdheid nu eens een naam geeft. Dirk bijvoorbeeld. Dan weet je de volgende keer, als je verbaasd bent, dat Dirk naar voren stapt. En als je niet wilt dat Dirk naar voren stapt, dan laat jij je Engel die je bijvoorbeeld Marion noemt, naar voren komen. Zo ben je altijd lief en zul je niet alle rollen hoeven uit te spelen. Want als je ze hun rol laat uit spelen heb je echt een probleem.”
Het meisje lachte naar haar vader en zei: “Het is heel makkelijk, of niet?”
Vader keek met ontroering en bewondering naar zijn dochter.
Hij had nooit gedacht dat zijn meisje zich al zo snel bewust zou zijn van haar verschillende identiteiten. Identiteiten die ze allemaal een naam had gegeven om ze uit elkaar te houden.
Trots was vader op haar. “Mijn Engel”, zei vader.
“Nee hoor”, zei het meisje, “dat is Michael. Michael en ik zijn één.”
Dit is een verhaal dat laat zien dat wij allemaal verschillende rollen en spelletjes spelen met elkaar. Het is leuk gebracht, alleen maar om de lezer er bewust van te maken dat we allemaal nog een kind zijn en onze lessen moeten leren. Dat we inzichten moeten krijgen in ons eigen spel dat we met elkaar aan het spelen zijn.
Ik vergelijk het leven vaak met een theatershow. Iedereen heeft zijn eigen rol en we spelen die rol zo ontzettend goed, waardoor we vergeten zijn dat we een rol spelen. Sterker nog, we zijn in onze eigen rol gaan geloven.
We zijn misschien volwassen mensen, maar diep van binnen zijn we allemaal nog een kind dat naar school gaat. De klas waar je je in bevindt, hangt van je bewustzijn af. Het onderzoeken, het afleren van het ego spel, zal je naar een hoger bewustzijn en naar een hogere klas brengen. Kom je tussendoor toch te overlijden in dit leven, dan zal je naar een lichtere sfeer in het hiernamaals gaan. En dat is toch wat iedereen wil of niet?
Eén van de hardnekkige ego spelletjes is wel jaloezie.
Jaloezie zal niet alleen jezelf, maar ook een ander kapot willen maken. Vergeet niet dat het ego alleen maar wil hebben.
Het liefst voor zich alleen en het zal er alles aan doen, om dat vast te houden.
Het ego speelt de rol jaloezie, om te krijgen wat hij nodig heeft, zodat hij meer, beter en groter kan worden.
De buurman van een man, heeft een nieuwe auto gekocht. De buurman is trots. Hij heeft al zijn spaargeld opgemaakt om te krijgen waar hij zo lang naar heeft verlangd en waar hij voor heeft gewerkt. Elke dag gaat hij naar buiten en poetst zijn auto blinkend schoon. Na het ritje van en naar de supermarkt, wordt de auto van binnen en van buiten schoongemaakt. Hij maakt met Iedere voorbijganger die hij kent, een praatje en ze bewonderen zijn mooie nieuwe auto, waar hij zo trots op is. De man kijkt dit al weken aan. Hij is stiekem jaloers en hij en zijn vrouw maken grapjes over de buurman. Ze gaan voor het raam staan kijken, zodra de buurman weer zijn auto staat te wassen. Ze lachen zich rot. “Wat een onzin!” roepen ze naar elkaar, “wie gaat nu elke dag zijn auto schoonmaken? En waar heeft hij die auto van betaald? Oh kijk, zijn vrouw komt ook naar buiten!”
Dan zien ze dat er een echtpaar aan komt gelopen en ze blijven buiten gezellig staan praten met de buurman. Het zijn vrienden van de man en vrouw die achter het raam staan. De vrienden lopen om de auto heen en de buurman doet de portierdeur open.
Ze kijken met zijn vieren naar binnen en er wordt gelachen en op elkaars schouders geklapt. De man en de vrouw achter het raam worden boos.
Ze worden boos op de vrienden die buiten bij de buren staan.
Als de vrienden tenslotte aanbellen, doen ze niet open.
Ze zijn te boos om open te doen. Na een aantal dagen bellen de vrienden hen op, maar nog altijd nemen ze de telefoon niet op. De vrienden begrijpen er niets van.
Na vele pogingen om contact te krijgen, geven ze het op.
De man en vrouw rijden langs een garage. Ze zien een prachtige auto in de showroom staan en besluiten deze te kopen. Een auto die nog meer gemoderniseerd is dan die van de buurman, een auto met nog minder kilometers op de teller dan die van de buurman, een auto die veel duurder is dan die van de buurman. En bij het thuiskomen pakken ze een emmer en een stofzuiger en gaan de auto aan de binnen en buitenkant schoonmaken. Maar er is niemand die hen komt vertellen dat ze een prachtige auto hebben, er is niemand die blijft staan om een praatje te maken, er is niemand die ze de auto van binnen en van buiten kunnen laten zien.
Ze zijn in de val gelopen die het ego met hen heeft gespeeld, de val die jaloezie heet.
Er zijn zoveel vormen van jaloezie. Ook zijn er lichtere vormen van jaloezie, zoals hier boven in het verhaal verteld wordt. Het gras bij de buren was groener dan bij de man en vrouw die voor het raam stonden te kijken. Je hebt ook extreme vormen van jaloezie. Het kan zelfs zover gaan, dat er geweld aan te pas komt. Er wordt vaak gezegd; ‘een beetje jaloezie is gezond’, maar het tegendeel is waar. Een beetje jaloezie heeft juist de kans om groter te worden.
We kunnen als kind al jaloers worden als iemand anders in de klas beter kan tekenen dan jij. Je krijgt niet de complimenten die je zo graag wilde hebben of had verwacht. Je zusje krijgt wel een mooie jurk en jij moet haar afdankertjes dragen.
Je broertje krijgt de mooie rode fiets die jij zo graag wilde hebben en jij krijgt een blauwe. Allemaal kleine dingen, maar daar begint het wel mee.
Daarmee wordt het pijnlichaam nog verder geactiveerd.
Ook een veel voor komende vorm van jaloezie, is jaloers zijn in een relatie.
Een man lacht liefelijk naar een andere vrouw. Een vrouw lacht niet om jouw grap, maar wel om die van je beste vriend. Je beste vriendin vindt jouw man wel heel speciaal en klampt zich werkelijk aan hem vast en hij heeft niets door. Door te zeggen dat je dit niet leuk vindt, ontstaat er conflict. Ook oude pijnen, zoals pijnlijke gebeurtenissen uit je leven komen naar boven borrelen en worden op een presenteerblaadje voor je voeten gegooid. De ander voelt zich betrapt of aangevallen en gaat in de verdediging. Met alle gevolgen van dien.
Jaloezie
“Maak dat je weg komt!” Schreeuwde een vrouw tegen haar man.
“Ik wil je nooit meer zien!” Gilde ze nog eens. De man greep verslagen naar zijn autosleutels die op een kastje in de hal lagen. Met de rug tegen de muur schoof hij steeds een beetje dichter naar de buitendeur toe. Toen hij er bijna was vloog de vrouw gillend op hem af. “Ga weg!!!” Maar hij was net iets sneller en gooide de deur voor haar neus dicht. Met de rug tegen de buitendeur gedrukt kwamen de tranen. Snel veegde hij ze van zijn gezicht.
Er was nu geen tijd om te huilen, hij moest nu handelen.
Snel raapte hij al zijn kleren bij elkaar, die zij in haar woede naar buiten had gegooid. Hij deed de kofferbak open en legde alles erin.
Hij deed de kofferbak weer dicht en keek recht in het gezicht van zijn vrouw. Ze huilde. “Kom toch terug alsjeblieft, het spijt me zo! Echt ik zal het nooit meer doen.” De man huilde nu ook.
Het was niet de eerste keer dat zij haar jaloezie en angsten op hem afvuurde. “Ik kan niet meer”, zei de man, “ik kan niet meer.” En hij keek haar verdrietig aan. “Je hebt een ander hè! Nou zeg op! Wie is het??!! Ik zag je laatst wel lachen naar de buurvrouw! Het is de buurvrouw hè!!” De man die tegen de auto stond aangeleund huilde zachtjes. Dikke tranen van onmacht stroomden over zijn wangen.
Huilend smeekte hij haar om hem te laten gaan.
“Je hebt een ander!!” Schreeuwde ze nu nog harder.
Maar de man was stil geworden. Er was een rust over hem heen gekomen. En het enige wat hij deed was haar recht in haar ogen aan kijken. Hij voelde zijn kracht toenemen en zijn vrouw deed een stap achteruit. “Ik heb geen ander”, zei hij zacht.
“Jij was mijn enige vriendin, en je hebt alles stuk gemaakt. Alleen maar omdat je bang bent. Jij hebt je laten leiden door jouw angst, je jaloezie en je herinneringen vanuit je verleden. Ik ben jouw verleden niet!! Jij hebt alles stuk gemaakt, alles!”
De vrouw deinsde nog meer naar achteren en ging op de stoep zitten. Hij keek haar aan, tranen liepen over haar wangen.
“Ik ben zo bang”, zei ze zacht. De man wist dat dit het begin was van één van haar spelletjes. Spelletjes die ze zo vaak had gespeeld met hem. Dit keer zou hij niet meer in haar spel mee gaan. Hij deed het portier van de auto open en ging zitten. Startte de motor en langzaam reed hij de straat uit. In zijn binnenspiegel zag hij dat ze was opgestaan en scheldend achter hem aan rende. Hij reed de hoek om en tranen van verslagenheid en verdriet stroomden uit zijn ogen. Hij had zo van haar gehouden hij had haar zo lief gehad.
Nu was hij weer alleen en reed een nieuw leven tegemoet.
Het spel van het ego dat jaloers is, maakt heel veel kapot. Hoe zou het zijn als er geen jaloezie was? Dan had je ook geen zorgen. Het denken, je ego, is bang om te verliezen en zal er alles aan doen om te behouden wat hij wil hebben. Goedschiks of kwaadschiks.
Het denken kan heel erg handig zijn bijvoorbeeld als je moet autorijden, of je iets op wilt zoeken wat je niet weet. Maar het denken is groter geworden, door samen te werken met het pijnlichaam en dat noemen we dan weer het ego. Wij mensen hebben door de vele levens ontzettend veel mee moeten maken. We waren een zeer onbewust volkje en opeens was daar een verandering in de geschiedenis, waardoor wij opeens rechtop gingen lopen. Als je terug gaat in de geschiedenis, zul je meer van dit soort veranderingen zien. Maar wat ik er mee wil zeggen is dat we al heel erg lang hier op deze mooie Aarde mogen leven. Na het overlijden gaan we terug naar het Hiernamaals en keren uiteindelijk weer terug naar de Aarde. Zoals ik al eerder heb aangegeven, we zitten op een soort school en alles wat je hier mag en kan leren is alles over dualiteit en balans. Ben je in balans en gaat je leven je voor de wind, dan heb je een heerlijk leven, maar ben je in conflict met jezelf (onbalans) of met de wereld om je heen, dan leef je in een wereld die bestaat uit dualiteit. Dualiteit is nodig om je balans te terug te kunnen vinden.
Maar ik loop op de zaken vooruit.
We gaan even terug naar school. Je kunt niet gelijk in groep acht beginnen. Nee, net als in het leven hier op Aarde moet je onderaan beginnen. Je komt hier op Aarde aan met een hele grote groep zielen. Jullie hebben afspraken gemaakt, dat je elkaar in het aardse leven elkaar weer terug gaat zien. Eigenlijk hebben jullie alles al vastgelegd voor je naar de Aarde ging. Het ligt in je ziel besloten. Maar eenmaal op Aarde heb je niet meer het bewustzijn als wat je in het Hiernamaals had, en moet je dat allemaal weer terug weten te vinden. De dualiteit die hier op Aarde geleerd mag worden, of mooier gezegd de verschillende tegenstellingen, maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.
Wat we in het Hiernamaals niet hebben en op Aarde wel, zijn verschillende lichamen. Er zijn er velen, maar waar wij mee te maken hebben in dit leven is toch vooral het fysiek lichaam, het pijnlichaam, en het astrale lichaam. Daar omheen zitten er nog veel meer, maar daar hou ik me even van buiten, ander wordt het misschien wel heel erg ingewikkeld.
Het fysieke lichaam is daar waar onze ziel in leeft, het is verbonden met het astrale lichaam en zal na het overlijden teruggaan naar het Hiernamaals.
Het fysieke lichaam is ons beschermlichaam, onze tempel. En met ons astraallichaam reizen we in onze dromen en gaan we naar de Hemel.
Zolang het koord tussen het fysieke en astrale lichaam niet breekt, blijf je op Aarde. Zodra het doorbroken wordt, zal het fysieke lichaam achtergelaten worden als een omhulsel en zal het astrale lichaam terugkeren naar het Hiernamaals.
Wij als ziel willen alles leren over tegenstellingen. We willen leren hoe het is om als man en als vrouw te zijn. We willen weten wat oorlog en vrede is en we willen armoede en rijkdom ervaren. We willen ervaren wat liefde en haat is. We willen op verschillende continenten en landen wonen. We willen echt alles wat je maar hier op Aarde kunt leren meemaken. In het Hiernamaals lijkt dit allemaal heel leuk, want je wilt als ziel groeien en dichter bij het licht komen van het hoogste licht, dat in het Hiernamaals is. Daarom storten wij ons met zijn allen hier op Aarde neer.
We vechten, we vrijen, we krijgen kinderen. We hebben macht over anderen, we zijn onderdanig. We moorden en we worden vermoord, we pesten en we worden gepest. We gaan dood en komen weer terug.
‘De Akasha Kronieken’ slaat alles op. ‘De Akasha Kronieken’ is een soort bibliotheek waar alle informatie van iedere ziel in opgeslagen ligt.
Iedere gebeurtenis in je leven, iedere daad, ieder woord, gevoel, iedere emotie, intentie en beweegreden wordt bewaard.
En bij een volgend leven mag je er even weer in kijken, wat je wel en niet geleerd hebt, wat kun je oplossen en wat niet, dan gaan we weer terug naar Aarde en leven weer in een wereld van tegenstellingen.
Ik zei het zojuist al, vanuit het Hiernamaals is het gewoon een reis met ervaringen. Als we naar het Hiernamaals gaan, blijven de fysieke emoties achter. Het Hiernamaals is eigenlijk ons huis en we gaan af en toe op reis naar de Aarde om te ervaren. Maar zodra we hier op Aarde terug zijn, zijn we afgescheiden van ons huis. Het lijkt wel of we aan onze lot worden over gelaten. We hebben ergens diep van binnen in ons het gevoel van eenzaamheid, we missen de liefdevolle sferen waar we vandaan komen en we gaan op zoek.
Maar het is nergens te vinden hier op Aarde, omdat er teveel tegenstellingen zijn waarin we gevangen zitten.
Je kunt alleen de Hemel op Aarde vinden, als je je ontdoet van alle pijn en tegenstellingen op alle lagen in jezelf en wanneer alle verschillende lichamen die om je heen zitten, weer terug in balans zijn. Pas dan ben je klaar, dan mag je naar huis en hoef je niet meer terug te keren naar deze wereld.
Maar wij ervaren het allemaal heel anders. Wij beleven alles als echt. Het pijnlichaam dat wij bij ons dragen vangt alles op en samen met het denken gaan ze een heel ander leven leiden. Zonder het denken en het pijnlichaam leren we dus niets. Wij leren niet de emoties die daar aan vastzitten van dualiteit, we leren niet de lessen die er in verweven zitten, we gaan niet met onze pijn door de verschillende lagen heen. En dat is juist wat de ziel graag wil ervaren, het wil alles ervaren, om uiteindelijk weer los te laten.
Tas vol verleden.
Daar zat ze dan. Krom van het dragen van haar tas.
Haar rug gebogen, haar handen verkrampt, haar schoenen versleten. Daar, zittend op het bankje, starend voor zich uit.
Haar tas, die ze achter zich aan had gesleept, had een diep spoor op het zandpad achtergelaten. De schemer viel over het landschap. De maan was nieuw en een vogel zong zijn laatste lied. De vrouw rommelde wat in haar tas en haalde een zaklantaarn tevoorschijn. Ze knipte hem aan en scheen met het licht in haar volle tas. Eén voor één haalde ze er een doosje uit en zette het naast zich op het bankje. Het eerste doosje wat ze uit haar tas haalde, daar zat al haar woede in. In het tweede doosje wat ze uit haar tas haalde zat jaloezie. In het derde doosje zaten al haar leugens.
Het vierde doosje was gevuld met de angst.
In het vijfde doosje zat hoogmoed en in de zesde haat.
Het laatste en zevende doosje zat vol met haar verdriet.
De vrouw had alle doosjes naast zich op het bankje gezet en overzag haar leven. Alle nare momenten die ik mee heb gemaakt, zitten in deze doosjes. Er kan niets meer bij, de tas is te zwaar geworden. “Ik zal iets weg moeten doen, maar welk doosje?”
Eén voor één hield ze de doosjes vast. Het waren de nare herinneringen uit haar verleden. Herinneringen, die haar gemaakt hadden tot wie ze nu is. Maar ze moest ze nu echt gaan bekijken, anders kon ze niet verder. Ze pakte het eerste doosje, met grote letters stond daar ‘WOEDE’ op. Ze opende het dekseltje en keek er in. Ze zag een groot zwart gat. Een gat dat zo groot was, zodat je erin kon verdwalen. Snel deed ze het dekseltje weer op het doosje. Ze was geschrokken.
Al die jaren had ze datgene, waar ze kwaad op was geweest in dit doosje gestopt. Maar nu was alles weg! Waar was haar woede gebleven? Ze pakte het tweede doosje. Daar stond met grote letters ‘JALOERS’ op geschreven. Ze haalde voorzichtig het dekseltje van het doosje, boog zich voorover en keek.
Ook in dit doosje was er een groot zwart gat. Er was niets meer van haar jaloezie te bekennen. Ook bij de andere doosjes haalde ze het dekseltje eraf. Ook daarin was er niets meer te zien.
Alle zeven doosjes waren leeg, alles was donker, er was niets.
Hoe kon dit gebeuren? Ze had toch haar hele leven met die zware tas gesjouwd? Ze kon niet meer verder lopen, omdat haar tas te zwaar geworden was. Hoe kon ze dit nu verklaren?
Ze leunde achterover en keek nog eens opzij naar haar zeven doosjes. Opeens moest de vrouw heel hard lachen.
Ze stond op en pakte één voor één de doosjes nog eens op.
“Er zit helemaal niets in. Het verleden is weg! Ik heb alle lasten uit het verleden al die jaren achter mij aan gesjouwd, terwijl er helemaal geen verleden in zit.
Wij denken dat er een verleden is, maar dat zit allemaal in ons hoofd.”
De vrouw ging weer op het bankje zitten en keek weer naar de doosjes. Ze glimlachte. Een gevoel van vrijheid en geluk overspoelde de vrouw. Ze was opeens zo gelukkig.
De vrouw stond op van het bankje. Ze pakte alle zeven doosjes en gooide ze in de prullenbak die naast het bankje stond.
“Dag verleden”, zei ze lachend, “ik heb je niet meer nodig!”
Ze scheen met haar zaklantaarn op het zandweggetje en zag dat ze op een kruising was uitgekomen. Ze volgde het licht waar het naartoe scheen en sloeg haar nieuwe weg in. Zonder bagage. Zonder nare herinneringen. Ze huppelde van geluk. De zon kwam langzaam op aan de horizon en de eerste vogel floot zijn lied.
En dit is de reden waarom we met zijn allen nog vastzitten. De één wat meer dan de ander, maar vast zitten we allemaal. Door je hier bewust van te worden en je leven te onderzoeken, kun je bewuster worden van wie je werkelijk bent, een prachtige ziel die ervaren wil.
Maar hoe zit het dan met dat je opeens niet meer met iedereen overweg kunt?
Je bent al begonnen met jezelf te onderzoeken, je word steeds meer bewuster van jezelf en dan opeens passen mensen niet meer bij je. Er ontstaat een conflict en ieder gaat zijn eigen weg. Soms doen we nog een poging om nader bij elkaar te komen, maar het leidt tot niets. Het lijkt wel of we van elkaar vervreemd raken.
Maar daarvoor neem ik je weer mee terug naar een stukje geschiedenis in onszelf. Wij als zielen komen niet allemaal tegelijk hier op Aarde. Eerst gaat er een grote groep, daarna nog één en dat gaat maar door. De ene ziel heeft veel meer levens hier op Aarde geleefd dan de ander. Denk maar aan die school waar ik telkens op terugkom. De één zit nog in groep drie en de ander is over gegaan naar groep vijf. Je leert dan niet meer hetzelfde als het kindje in groep drie. Je hebt dat al geleerd, maar je wilt nog wel met dat kindje uit groep drie spelen. Maar dat kindje speelt andere spelletjes dan de spelletjes die jij speelt. Jij vind de spelletjes die het kindje uit groep drie speelt kinderachtig en het kindje uit groep drie vindt jouw spelletjes te moeilijk.
Zo gaat het dus ook, als je jezelf gaat leren kennen. Je bent bezig met je eigen bewustzijnsproces en het word je duidelijk, welk spelletje je altijd hebt gespeeld. Kom je er achter dat jij jezelf vaak hebt weggegeven en anderen hun zin hebt gegeven? Dan stop je daarmee. Je laat dit niet meer toe, maar de ander is niet anders van je gewend en vind dit opeens vreemd. Want de ander is gewend dat het altijd zijn zin krijgt, dus er komt conflict.
Je houdt je opeens met hele andere dingen bezig. Je vind televisie niet meer zo leuk, de vrienden waar je normaal mee omgaat praten over bepaalde programma’s die ze hebben gezien. Of ze roddelen en vertellen elkaar sterke verhalen die niet helemaal waar zijn. Je voelt dat je hier niet meer tegen kunt, er is iets veranderd in jezelf. Je zoekt gelijk gestemde en je vindt een groepje waar jij je goed bij voelt. Maar de één heeft meer lessen te onderzoeken dan de ander. De één zit in groep vijf en jij al in groep zeven en ook daar komt weer hetzelfde probleem tevoorschijn.
Maar inmiddels weet je dat dit kan gebeuren, dat sommige mensen heel even in je leven zijn en dan weer vertrekken. En hoeveel meer jij in je leven inziet, hoeveel meer je de stilte in jezelf terugvindt. Hoeveel meer je afgeleerd hebt, hoeveel moeilijker je iemand vindt die jou begrijpt. Dat is wat ze bedoelen met; ‘het is eenzaam aan de top’.
Trauma verwerken
Een nieuwe dag is aangebroken. Een jonge vrouw zit aan de keukentafel met een kopje thee en een
beschuitje.
Ze kijkt naar buiten en ziet dat de zon al op begint te komen.
Het zal een warme dag worden. De vogels beginnen te zingen en de wereld wordt langzaamaan wakker. Naast haar op de keukentafel zit de poes te spinnen, terwijl zij haar aait. Ze
geeft kopjes terug, dat lieve beest. Weer kijkt de jonge vrouw door het raam naar buiten. In de verte ziet ze iemand aan komen, die ze herkent als haar Gids. Ze loopt alvast naar de
deur, terwijl de Gids het tuinpad op loopt. Ze opent de deur en kijkt naar een vriendelijk gezicht. “Ik kom je weer ophalen”, zei de Gids.
De vrouw keek hem lachend aan en pakte haar jas van de kapstok. “Waar gaan we dit keer naartoe?” vroeg ze hem. Maar de Gids zei niets. “Het is niet ver hier vandaan” zei hij na een
tijdje.
“Kijk daar bij die bomen! Daar is het al!” De vrouw keek in de richting waar de Gids naartoe
wees. Het was inderdaad niet ver. Al snel kwamen ze aan bij een paar oude bomen.
Bij die oude bomen stonden nog meer mensen. Mensen die ze niet kende. “Luister!” zei de Gids. “Wat ik je vandaag laat zien is een nieuwe les van liefde.” De jonge vrouw knikte. Ze begon
te glimlachen en keek de Gids in zijn prachtige groene ogen aan.
“Iedereen die hier staat moet dezelfde les leren vandaag. Dus je bent niet de enige die lessen krijgt van ons.” Ze knikte opnieuw en zei dat ze het begreep. De Gids legde zijn hand
in de hare en plots waren ze op een plek die ze herkende. Het was haar ouderlijk huis. “Wat moet ik hier doen?” vroeg zij aan haar Gids. “Kijk nog eens goed!” zei de Gids en de jonge
vrouw keek nogmaals om zich heen. Ze keek naar zichzelf, maar dan in de leeftijd van dertien jaar oud. Ze was een stil meisje. Een meisje dat heel veel verdriet had. “Kijk goed!” zei haar
Gids, “Jij hebt hier net een traumatisch moment meegemaakt. Je weet denk ik wel welke.” De jonge vrouw knikte. Ze wist het nog.
“Ik voel de pijn nu nog”, zei ze tegen haar Gids en hij begreep het.
“De pijn die jij toen had, mogen we omzetten in liefde. Dat is wat wij vandaag gaan leren.”
De jonge vrouw knikte. Ze had het begrepen, maar ze voelde zich nog steeds verdrietig. Alles wat ze toen had meegemaakt, kwam weer terug.
Ook wat er zich daarna allemaal had afgespeeld.
Die pijn was zeker net zo erg, als het trauma zelf.
“Het gaat erom”, zei haar Gids, “dat je alles in een ander daglicht gaat zetten. Je bent niet verdrietig. Dit is niet wie jij echt bent.
Jijzelf bent puur liefde. Net als ik en iedereen.
Maar wij mensen houden die pijn vast in een ander lichaam.
Een lichaam dat ons beschermt voor ons lichaam van liefde.
Je kunt het zien als een beschermlaagje.
Alles wat je meemaakt aan nare dingen, vangt dit lichaam allemaal op. En uit alle nare gebeurtenissen
die je ervaart, komt er één van deze emoties naar voren, zoals angst, teleurstellingen, je verlaten voelen, eenzaamheid, verraden voelen, boosheid, jaloezie, niet begrepen worden en ga zo maar
door. En dit lichaam slaat al die emoties op. Zodra er weer iets wat vervelend is gebeurd, zegt dit lichaam, ‘hé ik ken die emotie’ en dan komt al die pijn van wat je nu en toen hebt mee gemaakt,
weer naar voren. Maar achter dit lichaam van pijn, daar waar pure liefde bestaat, daar kan geen emotie naar binnen dringen.
Soms zit dit pijnlichaam vol, omdat er zoveel pijn en verdriet geweest is. Er kan niets meer bij. Dan zal er pijn opgelost moeten worden. Het moet uit dat lichaam.”
“Waarom moet het uit dat lichaam? Om plaats te maken voor andere pijn?” vroeg de jonge vrouw. “Nee,
dat is zeker niet de bedoeling”, antwoordde de Gids.
“Het gaat erom dat je meer pijn weg gaat halen, dan er bij komt. Als je eenmaal weet hoe je pijn en verdriet uit dat lichaam kunt halen, zal een nieuwe pijn meteen omgezet worden in
liefde.” “Hoe moet ik die pijn daar dan weg krijgen?” vroeg de vrouw aan haar Gids. “Door te luisteren naar je eigen ziel en geest”, antwoordde hij. “Zij zullen je laten zien waar je
moet zoeken en hoe je bepaalde trauma's om kunt zetten in liefde.
Het enige wat je moet hebben is vertrouwen in jezelf, in de Engelen en je Gidsen. Zij zullen je
helpen waar ze maar kunnen.
Zolang jij pijn en verdriet wilt oplossen, zullen ze naast je staan en je de juiste weg op sturen. Je hoeft alleen maar te willen, meer niet.” De Gids keek de jonge vrouw lachend aan. “Ik
weet dat je het kunt! Het zal niet makkelijk worden. Maar hou het vertrouwen, dat alles goed komt. Je krijgt hulp uit liefde.”
Opeens was alles stil. Langzaam veranderde het beeld van het verleden naar het heden en ze waren weer terug bij de oude bomen. De zon stond al hoog aan de hemel en haar Gids zei: “Ik breng
je naar huis.” De jonge vrouw knikte en samen liepen ze hand in hand terug naar haar huis.
Dus we moeten de oude pijnen uit het verleden los gaan laten.
Moeilijk, vooral als je traumatische gebeurtenissen hebt meegemaakt die je nog elke dag in de greep houden.
Maar je hebt altijd een keuze. Wil je vast blijven houden aan het verleden, of ben je er klaar voor om het los te laten en je op het leven wat je nu leeft te richten? Natuurlijk zul je alles niet zomaar van de ene dag op de andere achter je kunnen laten. Dat gaat net als bij die ui, laagje voor laagje. Maar je zal zien dat je steeds minder lang erin blijft vastzitten. Op een gegeven moment huil je het er uit en je kunt je dag weer oppakken. Je bent aan het verwerken, om uiteindelijk alleen nog maar liefde over te houden.
Herken je dit? Je ligt in je bed en opeens komt er een gedachte voorbij. Het is een gedachte, over iets waar jij je zorgen om maakt.
Je moet de rekeningen nog betalen en je hebt niet genoeg geld.
Je bent onrustig over een voorval op je werk en je kunt er niet van slapen. Dit zijn kleine dingen, maar je kunt ook nachten vol met wrok op je bed liggen en de ruzie elke avond in je bed opnieuw voeren. Je hebt lang niet alles kunnen zeggen wat je wilde zeggen en je bent in jezelf hele ruzies aan het voeren met de ander. En als je klaar bent, ga je weer opnieuw beginnen. Herken je dit? Dat je nachten lang niet kunt slapen, omdat je denken je van je slaap weg houdt? In een verhaal eerder, beschreef ik een vrouw die dit ook deed. Ze werd ziek, ze vermagerde en ze was alleen nog maar bezig met haar conflict. Als je er bewust van bent dat je dit doet, wat overigens geen schande is, en je wilt graag dat dit stopt, je wilt niet meer nachten lang door piekeren en pas tegen de morgen in slaap vallen, dan is dit een mooie oefening.
Oefening
Zodra je in bed ligt gaat je denken direct met je aan de haal.
Het zal je vast en zeker meteen in zijn greep hebben, maar dat geeft niet. Zodra je je er opeens bewust van bent, dat je vast zit in je gedachten, zeg je ‘STOP’. Denk dan aan een bloem of iets leuks.
En heel geraffineerd komt je denken door een achterdeurtje weer naar voren en heeft je weer in de greep. Zodra je je er weer bewust van bent dat het denken je weer voor de mal heeft gehouden, zeg je weer ‘STOP’. Denk aan die bloem. Doe dit telkens weer. Het denken is de baas geworden over ons. We worden overspoeld met gedachten en we weten het niet te stoppen. Door STOP te zeggen, doorbreek je heel even het denken. Het denken komt gelijk weer terug, maar je zult zien dat de pauzes tussen het denken door, steeds groter beginnen te worden. Dit is een oefening die je moet vol houden, anders heeft het denken weer de macht over je en dan ben je verloren aan alle pijnlijke verledens die je hebt gehad. Maar je zult zien dat wanneer je het een tijdje doet, je dan veel sneller in slaap valt. Dan zul je niet eens meer je denken hoeven te corrigeren en is het gelijk stil, zodra jij je bed in stapt.
Je slaapt meteen, zodra jij je hoofd op het kussen legt.
Nu je weet hoe je je denken stil kunt krijgen, kun je het uit gaan breiden. Je kunt je nu richten op iemand die jou iets wilt vertellen. Luister aandachtig, kijk diegene in zijn of haar ogen aan. Alle gedachtes die langs komen stuur je weg, net als in de oefening hierboven. Je concentreert je volledig op wat de ander zegt. De ander voelt zich gehoord. Het is een oprecht gesprek, zonder dat jij jouw verhaal hebt willen vertellen of er tussendoor hebt zitten babbelen.
Ga nu eens naar buiten en luister naar de vogels zonder er bij na te denken van, ‘hé een duif’, geef er geen naam aan.
Door alles te benoemen zetten we alles en iedereen in een hokje. Ze zijn dan afgescheiden. Maar was het niet de bedoeling dat we één worden met alles en iedereen? Dus zonder er een naam aan te geven, ga je naar buiten en luistert alleen. Komt het denken via een achterdeur toch met een boodschappenlijstje naar voren? Dan stuur je het weg en je denken wordt weer stil.
Probeer dit met alles, wees stil in jezelf. Ik weet het, het vergt enige oefening, maar wanneer je dit volhoudt is het heerlijk rustig. Je bent dan niet met pijn of emoties geïdentificeerd en als die toch opeens opkomen, stuur je het weg. Zodra je het laat begaan, heeft het jou weer in zijn greep en zal je weer opnieuw moeten beginnen.
Wees je bewust van je gedachten en hoe vaak hij langs komt om een mooi moment te verstoren. Je wilt toch niet aan boodschappenlijstjes denken of aan wat je morgen aan wilt doen, terwijl er net iets leuks in je leven gebeurd? Je wilt daar toch voor honderd procent van genieten?
Als je stil bent, dan is er geen af gescheidenheid, dan ben je één met alles. Als je stil bent, dan leef je in rust. De ruimte die er in je is ontstaan, heeft liefde voor alles. Deze liefde is verbonden met het Christus bewustzijn en je Hogere zelf, die met jou verbonden zijn. Andere lichtlichamen die om je heen zitten, verbinden zich steeds meer met het Universum in en om je heen. In deze stilte hoef je niets, er is daar immers geen dualiteit, geen strijd, geen weerstand of verzet, alleen maar gewoon aanwezig zijn. In deze aanwezigheid kun je kijken naar een boom, zonder het een naam te geven. In deze aanwezigheid kun je kijken naar een bloem en jezelf ermee verbinden, zonder die bloem een naam te geven. De liefde voor de bloem is helend, omdat de liefde die je ervan terugkrijgt, zoveel natuurlijker blijkt te zijn. Het is één beweging van energie, omdat er geen afstand tussen wat ik ‘mij’ noem en wat ik een ‘bloem’ noem. Als je in stilte bent, kijk je met heel andere ogen naar de wereld. Als je in stilte bent, luister je met heel andere oren. Als je in stilte bent, leef je op een heel andere manier. Wanneer je kijkt zonder het te benoemen, registeren de hersenen niets. Het gedeelte van de hersenen wat wij gebruiken, kent alleen maar het denken.
Vanuit die stilte komt creativiteit, vanuit die stilte komen talenten naar voren, waar je geen idee van had dat je ze bezat. Vanuit de stilte kun je anderen helpen om ook die stilte in zichzelf terug te vinden. Vanuit die stilte ben je verbonden met het grotere geheel, het Universum, de Hemelse werelden, de Opgestegen Meesters, de Engelen met Vader en moeder God.
Maar wat is nu echt liefde?
We kennen allemaal de woorden: “Hij of zij is de liefde van mijn leven”. Of de woorden; “Wij zijn tweelingzielen. We hebben elkaar ontmoet en het voelt allemaal zo bijzonder”. Je bent verliefd en je loopt op roze wolken. En we noemen het allemaal liefde.
Maar de liefde die wij met zijn allen kennen is geen liefde.
Dat wat wij liefde noemen, heeft altijd dualiteit in zich.
Liefde is een emotie die we zelf hebben gecreëerd.
Wij als mensen zijn allemaal ergens naar op zoek en als wij ‘denken’ dat we het hebben gevonden, dan noemen wij de liefde.
Waar wij allemaal naar op zoek zijn in deze wereld buiten onszelf, is niet te vinden. Sterker nog, daar waar wij allemaal naar op zoek zijn, is niet te benoemen. Als ik er een woord aan mag geven, dan zal ik het ‘Godsvonk’ noemen. Een klein deeltje dat wij allemaal in ons dragen. Dat heel subtiel iets uitzendt en wil dat wij naar haar op zoek gaan. Dat deeltje in onszelf is verbonden met alles in de stilte. Het kent geen dualiteit, emoties en denken. Wij als mens keren niet naar binnen naar de stilte, maar wij keren naar buiten toe, alleen maar om tegenstellingen te ervaren in deze buitenwereld. Dus onze gedachtes, het denken, is gericht op wat wij zien, horen en voelen van de wereld om ons heen.
Wat wij ervaren als liefde is een illusie, een zelf bedachte emotie.
Hard gezegd: “Apen liefde”. Krab jij mijn rug, dan krab ik de jouwe. Maar als jij mijn rug niet meer wil krabben, dan ontstaat er conflict in jezelf en met de ander. Wat wij liefde noemen, is niet hetzelfde als de Godsvonk die wij allen in ons dragen. Wat wij liefde noemen is surrogaat van iets wat veel groter is, zonder dualiteit.
Maar nu hoor ik je denken; ‘En een relaties dan? Is dat geen liefde? Ik hou toch echt van mijn partner en ik kan niet zonder hem/haar!’ Door te zeggen ‘ik kan niet zonder hem/haar’, is de relatie al gebaseerd vanuit angst. Bang dat hij of zij bij je weg zal gaan. Als wij dit soort relaties onderzoeken, dan zien wij dat we iemand tegenkomen in ons leven die op dezelfde golflengte zit, hetzelfde bewustzijn en dezelfde humor heeft. Je herkent elkaar en er ontstaat een verliefd gevoel. Dit gevoel komt het dichtbij de ‘Godsvonk’ die in die stilte zit. Alles lijkt opeens mooier, de natuur straalt, jij straalt en je leven bestaat even zonder dualiteit en conflict. Je zit op die grote roze wolk.
Maar…., nu komt het.
Na een aantal weken komt daar verandering in en houden jullie elkaar een spiegel voor. Je ziet het onaangename gedrag van de ander. Bijvoorbeeld, hij gaat met zijn sokken aan naar bed, wat jij weer smerig vind. En jij draait het dopje van de tandpasta niet terug op de tube, waardoor hij zich ergert. En daar beginnen de eerste scheurtjes al te komen, als je hier niet over praat. Hij gooit zijn kleding op de grond in plaats van op de stoel en jij mag alles opruimen en uitwassen. Zolang er niet op een normale manier over gepraat kan worden, zal de verwijdering steeds groter worden. De opgekropte emoties zullen er een keer uit moeten, waardoor er ruzie ontstaat. Na de ruzie is het weer rustig en zullen de beide partners het vervolgens weer opbouwen tot de volgende ruzie. Vaak zie je dat beide partners niets zeggen en elkaar nemen zoals ze zijn. Dat is een mooi iets, maar om jezelf te helen in dit leven en dit samen met je partner te mogen doen, is een kans die je mag aangrijpen, om daardoor zoveel mogelijk conflicten in te gaan zien en op te lossen in jezelf en met elkaar. Door elkaar een spiegel voor te houden en te zeggen wat je bezighoudt, kun je samen in balans komen. Een beetje water bij de wijn doen, noemen we dat. Een beetje geven en nemen. Er mag ten alle tijden binnen een relatie geen onvrede zijn, er mag niets tussen jullie beide in komen te staan. Het is zorgen dat de relatie telkens in balans blijft. Met andere woorden, hou je tuintje schoon.
We hebben al veel onderwerpen samen besproken om weer de rust in jezelf te kunnen ervaren. Maar er komt veel meer bij kijken, dan wat ik hier allemaal op kan schrijven. Er zitten zoveel zielenstukken aan vast die best ingewikkeld zijn. En er zullen tal van andere manieren zijn die je naar diezelfde stilte kunnen brengen. De weg naar Rome heeft vele wegen. Maar voor mij was dit de weg. Een weg die voor mij openging, toen ik niet dieper kon vallen in mijn leven. Het heeft mij de weg gewezen en er kwam een verborgen talent bij mij naar boven, waarvan ik geen idee had dat ik die in mij droeg. Ik, het meisje dat dyslectisch was, maar dat niet wist ruim vijfenveertig jaar geleden. Ik was dom, zeiden ze, niet goed genoeg. Een weg zoekend, maar niet kunnen vinden. Mijzelf weggegeven, altijd op zoek naar aandacht, liefde, een arm om mij heen, maar niet kunnen vinden. Totdat ik op de dag van mijn zesendertigste verjaardag niet meer kon. Ik heb gebeden, geschreeuwd en tenslotte gehuild. De volgende dag kwam de verlossing door één enkele zin, en mijn wereld ging open. Mijn weg werd zichtbaar. En hoeveel meer ik aan mijzelf ging werken en de rust in mijzelf terugvond, hoeveel meer ik door kreeg. Zo is het schrijven van verhalen als talent naar boven geborreld. Het zat al die jaren diep verstopt onder dikke lagen van pijn, verdriet en conflict.
Ik veranderde en de mensen om mij heen begrepen me niet meer.
Ik had voor het eerst in mijn leven mijzelf gevonden. Ik was blij, en de puzzelstukjes bleven op zijn plek vallen. De mensen om mij heen hadden geen grip meer op mijn leven en voor het eerst durfde ik echt oprecht ‘nee’ te zeggen. Eindelijk na zesendertig jaar was ik gelukkig met mijzelf, maar de mensen om mij heen helaas niet. Ze begrepen me niet en dachten dat ik me bekeerd had. Enkelen van hen dachten dat ik mij bij een sekte had aangesloten.
Ik werd me bewust van de spelletjes die ik en de mensen om mij heen met elkaar hadden gespeeld en dit wilde ik niet meer. Ik wilde oprecht en eerlijk zijn naar anderen en hoopte het terug te krijgen. Helaas verliep dat anders. Er was te veel verschil tussen de mensen waar ik zoveel van hield en mijzelf, waardoor ik me genoodzaakt voelde een keuze te maken in mijn leven die mij zeer zwaar viel. Langzaam heb ik mensen moeten laten gaan in dit leven. Niet omdat ik ze niet aardig vond of niet van ze hield, nee, ik moest ze laten gaan om mijn eigen zielenreis te beschermen. Ik kon mijzelf niet meer verlagen door mij zelf weg te geven, of mezelf zo te presenteren, zoals de mensen mij graag zagen. Ik was die rol die ik speelde niet meer! Ik was op zoek naar mijzelf en die weg lag helemaal open voor mij.
Ik was alleen, een keuze die mij zwaar viel, maar ik kon gewoon niet meer terug. Het licht was mooier dan de duisternis, waar ik me al die jaren in had verscholen. Ik leerde mijn huidige man kennen. Hij was, net als ik, op zoek naar zichzelf en dat was een verademing. Dezelfde humor, hetzelfde bewustzijn, dezelfde lessen, maar dan andersom. Wat hij te veel had, had ik te weinig. Wat ik teveel had, had hij te weinig. Hij direct, druk, en vol passie, ik afwachtend, rustig en in evenwicht. In alles waren we elkaars tegenpool. De energie die vrij kwam tussen ons, toen het denken stil viel, was niet van deze wereld. Het één zijn met je partner, die prachtige kleuren in de kamer waarin wij ons bevonden, één met de wereld, en met het Hiernamaals. Alles was met elkaar verbonden. De kleuren die we zagen, de Engelen die zich toonden, het gezang wat wij hoorden. De bloemen die voor onze ogen opengingen. Het leek alsof de Hemel even stil stond voor ons. En dit gebeurde allemaal in die volledige stilte en nu nog steeds.
Wij wisten vanaf het allereerste begin dat wij elkaar spiegelden, dat wij van elkaar konden leren en af konden leren. We zijn niet alleen onze eigen leraren, maar ook elkaars leraar.
We zijn elkaars tegenpolen, die een balans proberen te vinden in dit leven van onszelf en naar elkaar toe.
Door steeds meer af te leren, ons meer bewust te worden van het leven in en om ons zelf heen, zijn we langzaam samen naar buiten getreden. Ik met mijn verhalen en mijn partner met consulten. Hij direct, helderziend en oplossingsgericht, ik op de achtergrond, afwachtend met mijn Engelengeduld. Iedere keer een stapje verder. Elke keer meer vertrouwen hebben in de hulp van boven, meer vertrouwen in elkaar en in onszelf.
Het schrijverstalent bleek ik niet als enige te hebben, mijn man heeft inmiddels drie boeken mogen schrijven, met behulp van zijn liefdevolle gidsen. En langzaam zijn de consulten die hij geeft, uitgelopen tot een goed bezochte praktijk.
Mijn zelfvertrouwen groeide langzaam. De onderliggende onrust ‘van niet goed genoeg zijn’ was nog steeds sterk aanwezig. Het leek er even op, dat het mij weer in zijn tang had en niet meer los wilde laten, totdat mijn man de knoop doorhakte. Binnen een week had ik mijn eigen bedrijf en waren er de eerste klanten die zich aanmeldden voor een innerlijk kind verhaal. Ook het doorzetten van mijn boek was een langlopend traject wat ik steeds maar uitstelde. Ook hierin heeft mijn man de knoop door gehakt en ik ben hem daar ontzettend dankbaar voor. Het zelfvertrouwen groeide weer. Ik vind het heerlijk om met mensen te praten en daarna een prachtig verhaal te mogen schrijven over wat ik voor hen doorgegeven krijg. Inmiddels heb ik mijn tweede boek geschreven ‘De Water-Engelen’, dat ik als mijn kindje beschouw en de wijde wereld in mag gaan.
Denk nu niet dat bij ons alles voor de wind gaat, in tegendeel. We zijn veel gevoeliger geworden. Ieder facet dat niet in balans is, wordt groot uitvergroot. Ieder facet dat bij een ander niet in balans is, valt gelijk op. We mogen er gelijk naar kijken en het oplossen. Vele levensstukken zijn niet in één twee drie opgelost, daar heb je meer tijd voor nodig. Ook de levensperikelen, net als bij ieder ander, gaan bij ons gewoon door.
Net als bij iedereen krijgen wij te maken met dierbaren die komen te overlijden. Het verschil alleen is, dat wij meteen contact met ze hebben en ze ons laten weten dat het goed met ze gaat. Ze vertellen ons hoe vrij ze nu zijn, zonder het denken, de conflicten, de emoties en de spelletjes die ze gespeeld hebben. Ze zijn weer liefdevol, hun ware zelf en vrij!
Maar…..degenen die over zijn, hebben nu het overzicht. Ze kunnen veel verder kijken dan wij dat kunnen met zijn allen en ze willen graag dat het familie karma opgelost gaat worden. Niet alleen voor hunzelf, maar voor de hele familielijn. Het opnemen van dit familie karma is een zware taak. Het vergt veel moed en liefde voor je voorouders. Zodra je dat speciale stuk in jezelf hebt oplost, heb je het gelijk voor de vorige generaties opgelost. Maar we hebben vele voorouders en er is veel karma wat opgelost mag worden…. En we hebben nog vele levens voor ons om dat te mogen bewerkstelligen.
Wat ik eigenlijk met dit bovenste verhaal over mijzelf wil duidelijk maken is het volgende. Wij hebben allemaal die Godsvonk in ons zitten. Wij kunnen allemaal die rust terugvinden in onszelf, wij kunnen allemaal die liefde van de helpers voelen, als wij die dikke laag met pijn, emoties en conflicten in ons zelf lichter hebben gemaakt door te onderzoeken en af te leren. We kunnen zelfs van daaruit nog verder gaan, door nog meer te onderzoeken en af te leren, waardoor je gezien gaat worden door het licht, zodat je een mooie taak krijgt om zo je onder gegraven talent in te zetten om anderen te helpen het licht te zien in de duisternis van angst. Want alleen met zijn allen kunnen wij naar een hoger bewustzijn stijgen, door elkaar te helpen.
Om jezelf te kunnen vinden, heeft niets te maken met intelligentie.
Iedereen kan die Godsvonk terugvinden en daar hoef je geen enkel boek voor gelezen te hebben. Je hoeft geen hoog onderwijs genoten te hebben om naar jezelf terug te keren.
Laat jezelf niet van de wijs brengen, als iemand die veel geleerd heeft je overspoeld met dure woorden, en zijn waarheid en wijsheid aan je opdringt. Je moet maar zo denken: “Hij heeft het ook maar uit een boek gehaald, en degene die het heeft geschreven heeft zijn of haar bevindingen als waarheid in boekvorm aangeboden.” Ik wil niet zeggen dat mensen die hoog opgeleid zijn er niet toe doen, integendeel. Ze hebben een heel andere taak op zich genomen, voor zichzelf en voor onze wereld.
Nu hoor ik u weer denken…: “De wereldleiders hebben gestudeerd, ze hebben het hoogste onderwijs genoten, ze verkeren in de hoogste kringen, maar ze kunnen nog geen land besturen. Hoe zit dat?” Mijn zienswijze is, omdat wij als mens allemaal een ander bewustzijn hebben. Net als over die school waar ik het in het begin over had, zitten wij met elkaar nog steeds op school. Een wereldleider kan in groep vier zitten en handelt ook naar wat hij in groep vier leert. Zit jij een groep hoger, dan kun jij je wel eens ergeren aan waarom hij of zij niet de balans in de wereld opzoekt. Waarom is het nog ieder voor zich, de rijken alsmaar rijker wordend en de armen als maar armer. Kunnen ze niet samenwerken? Kunnen ze niet leren om als mens in balans te komen met zichzelf en de wereld waarin we leven? Nee dat kunnen ze niet. Eerst moeten ze, net als iedereen, van alles ondergaan. Ze kunnen failliet gaan of dakloos worden en daardoor het inzicht krijgen, dat ze het heel anders hadden kunnen doen. Door naar zichzelf te kijken, komt er verruiming in henzelf en kunnen ze de ware betekenis inzien die de Meesters van onze wereld voor ogen hadden in de oudheid. Een wereld samen, niemand uitgezonderd. Een wereld zonder conflict, zonder leugens, één bewustzijn. Pas dan kan er een Hemel op Aarde komen.
Maar ik dwaal weer af en het is niet zo belangrijk hoe het leven zich opvult. Ieder leeft en leert zijn eigen lessen. Alles wat er nu gebeurt, stond al vast en je hoeft alleen maar je leven in te zien, om niet meer met de conflicten van de wereld bezig te hoeven zijn. Dat de Aarde opwarmt is een natuurlijk proces van de Aarde en ja ook de milieuvervuiling speelt een kleine rol hierin mee. Maar als wij terugkijken naar de geschiedenis, dan zien wij dat door vulkaanuitbarstingen de Aarde kouder werd en er een ijstijd daarop volgde. Maar voor de uitbarsting was er eerst een opwarming van de Aarde. De Aarde doet dit zelf, omdat ook de Aarde in zijn eigen proces van opschoning zit. En na een ijstijd is ze herboren en kan ze haar bewoners weer omarmen om hun de lessen te laten leren die ze zo graag willen leren.
Wanneer je rust in je leven wilt, moet je die rust in jezelf terug gaan vinden. Rust terugvinden in jezelf, vind je niet door naar de televisie te kijken. De televisie is aangesloten op ons pijnlichaam en zal er alles aan doen, om de pijn die in jou aanwezig is te activeren. Misschien even een voorbeeld: Jij zet de televisie aan en je ziet het programma ‘het spijt me’. Kennen jullie dat nog? Even voor de duidelijkheid. Dit programma gaat erover, dat je ergens spijt van hebt en je wilt dit via een tv-programma weer goedmaken. Onmiddellijk wordt je pijnlichaam hierop geactiveerd, omdat het denken, jouw bibliotheek vol met emoties gelijk gaat zoeken waar hij diezelfde emotie van kent. Ah, daar is het!
Jij hebt ook met iemand ruzie gehad en je wilt ook graag dat het goedkomt. Door het programma komen alle herinneringen en het conflict weer aan de oppervlakte en ‘s avonds in bed lig je er weer wakker van. Hoe had jij je gevoeld als je het programma niet had bekeken?
Wij als mens zijn nieuwsgierig en willen alles weten. We willen gevoed worden. En het maakt voor velen niet uit met wat. Uit verveling kijken we wat af, hele streaming programma’s worden als bomen uit de grond gestampt, zoals Netflix en Videoland. We kijken massaal naar series en films en raken er zo verslaafd aan dat we er niet meer achter weg komen. Vaak met het bord nog op schoot, nog even een aflevering kijken en voordat je het weet, zit je de hele avond voor de buis. In de nacht kom je niet aan het verwerken toe van de dagelijkse perikelen, maar ben je bezig met het verwerken van iets wat niet echt gebeurd is. Sterker nog, je bent het pijnlichaam van iemand anders zijn fantasie aan het verwerken.
Zo is dat ook met de mobiele telefoon, gamen, en andere sociale media. Wij als mens zijn zo verslaving gevoelig en willen zo graag ergens bij horen, dat we het maar buiten onszelf blijven zoeken.
Stilte Coupé
Langzaam reed de trein het stationnetje binnen.
De trein stond stil en de deuren gingen open.
Op het perron stonden een jongen en een meisje te wachten.
Ze stapten in en zochten een plaatsje.
De jongen zat bij het raam, het meisje zat naast hem.
Het was een koude herfstdag en de zon scheen fel.
Ze zaten dicht tegen elkaar aan en hielden stevig elkaars handjes vast.
Plotseling floot de conducteur op het fluitje.
De beide kinderen schrokken. Het was ook zo’n hard geluid.
De deuren gingen dicht en de trein begon langzaam te rijden.
De trein ging sneller en sneller en de kinderen keken hun ogen uit.
Ze keken naar buiten en zagen grote huizen voorbijkomen toen ze de stad uitreden.
Buiten de stad zagen ze bossen in de prachtigste herfstkleuren.
Ze zagen paarden die aan het spelen waren in de wei en koeien die aan het grazen waren van het late najaar gras.
Ook zagen ze schapen in hun dikke wollen jassen. Nee, die zullen het niet koud hebben deze winter.
Zo nu en dan zagen ze een reiger aan de kant van een sloot kikkers vangen.
De beide kinderen keken met bewondering naar de natuur.
“Wat is het daarbuiten toch mooi hè” zei de jongen tegen het meisje.
Het meisje knikte en keek weer naar buiten.
Er waren ook medereizigers ingestapt. De coupé zat helemaal vol en de mensen waren druk.
De één las de krant en een ander zat te bellen en weer een ander zat een spelletje te doen op zijn telefoon en de rest was aan het appen.
“Heb jij gezien wat die mensen allemaal aan het doen zijn?” vroeg het meisje aan de jongen.
De jongen ging staan en keek de hele coupé door.
“Ik zie alleen maar mensen die met hun mobiele telefoon bezig zijn.
Een enkeling zoals die meneer in de hoek leest de krant.
En die twee dames helemaal vooraan praten wat af.
Als je goed luistert kun je het gesprek helemaal volgen.
En die man in het midden belt en praat wel erg luid. Hij spreekt een andere taal, hoor maar.”
Het meisje ging nu ook staan en bekeek zo eens wat die jongen beschreef en ging weer zitten.
De jongen liet zich zakken en ging weer naast het meisje zitten.
Samen keken ze weer naar buiten.
De jongen pakte de hand van het meisje stevig vast.
“Het is daarbuiten mooi hè. Jammer dat niemand het wil zien.”
Het meisje knikte en keek de jongen verdrietig aan.
Er stroomden tranen over haar wangen.
Samen keken ze weer door het raam naar buiten. Het raam waar met grote letters op stond geschreven: ‘STILTE COUPÉ’.
Wanneer je het moeilijk vindt om jezelf terug te vinden, ga dan de natuur in. Kijk en ga lopen. Kijk naar iedere bloem en kijk naar iedere boom. Blijf eens stil staan bij een vogel hoog in de boom die zijn hoogste lied zingt. Kijk naar een vlinder die van bloem naar bloem fladdert. Volg de dorre bladeren die van een boom zijn gevallen en kijk waar ze naartoe gaan. Volg het spel van de ekster, ze zijn zo grappig als je ze leert kennen.
De vogels maken weleens ruzie, maar daarna zijn ze het weer vergeten. Een boom houdt zich niet bezig met de conflicten in de wereld. Een bloem is niet bang dat hij zal verwelken, maar zij straalt één moment in zijn korte leven. Wij als mens spiegelen elkaar met emoties en pijnen die nog niet in balans zijn, maar de natuur spiegelt ons in wat wel in balans is. De rust die de natuur uitstraalt zal je helpen met het terugvinden van jezelf. En ga nu niet met de mobiele telefoon de natuur in om foto’s te maken, om die tijdens het wandelen nog op Instagram of op Facebook te zetten.
Nee, je moet de natuur opnieuw ontdekken. Het niet denken, het bewust kijken zonder het te benoemen, het een zijn met de boom, de bloem, de bij en de vlinder. Pas dan, als je stil bent, kun je zeggen; “meditatie is puur één zijn met alles, meditatie is vrij zijn, zonder conflict”.
Het dak van de Hemel
Een vrouw was verdrietig.
Ze had zo veel meegemaakt, dat ze steeds terug moest denken aan haar verleden. De pijn was zo nu en dan ondragelijk en daarom was ze erg verdrietig.
Ze keek om zich heen en zag daar de trap.
Deze trap was lang en eindigde pas op het topje van de hoogste berg. De vrouw wist dat ze eens deze trap moest beklimmen, om zo tree voor tree haar verleden los te kunnen laten. En dat moment was nu aangebroken.
Ze had een rugtas bij zich, met daarin wat eten en drinken voor onderweg en ook een slaapzak.
Het was een lange reis en ze zou zeer zeker niet voor het donker aankomen.
De vrouw keek nog eens om zich heen en zette haar voet op de eerste tree. Tree voor tree en stapje voor stapje klom ze de trap op naar het dak van de Hemel.
De trap was steil en ze moest zo nu en dan eens uitrusten om op adem te komen.
Vaak moest ze, tijdens het lopen, denken aan het verleden, maar vele trappen verder werd de pijn minder en gaf het een gevoel van rust. De liefde voor bepaalde personen zou altijd blijven, maar soms moest je keuzes maken om verder te kunnen.
De vrouw bleef de trappen van de berg bestijgen en tegen de avond vond ze een geschikte plek om even te gaan slapen.
De volgende morgen, in de vroegte, werd ze wakker gezongen door de vogels en de vrouw glimlachte.
Ze stond op en keek om zich heen.
Ze was nog niet halverwege en ze wist dat de beklimming nu pas zwaar zou worden.
Ze haalde een appel uit haar tas en begon deze tijdens het beklimmen van de trap op te eten.
Het was een mooie dag, de zon scheen en de vogels waren druk.
De bomen die nu nog aan de voet van de berg groeiden, waren uitzonderlijk groen van kleur.
De vrouw genoot hiervan.
Na een tijdje zag ze dat de begroeiing minder werd en de rotsachtige grond meer zichtbaar werd.
De kou zorgde ervoor dat hier minder bomen groeiden.
Deze overgang maakte de vrouw een beetje somber.
De zon verdween achter een dik wolkendek en het begon zachtjes te regenen. De vrouw zwoegde zichzelf de trappen op en zo nu en dan keek ze naar beneden om te zien hoeveel ze al gelopen had.
Door de regen was er nog maar weinig zicht op het dal beneden. En de vrouw huilde nu zachtjes.
Ze wist dat dit de overgang van het verleden naar het heden was. Het verleden was nu los en het heden was ze zojuist binnengestapt.
De vrouw liep verder de trappen op naar boven. De scherpe kou werd feller en de regen ging over in sneeuw.
Dikke vlokken dwarrelden omlaag en bleven liggen op de trap.
Het zicht was niet meer dan een meter en ze moest goed kijken waar de treden van de trap waren.
Het was een barre strijd, maar de vrouw wist dat ze even door moest zetten.
Ze moest ervoor zorgen dat ze, voordat de avond inviel, voorbij de wolken zou zijn. Maar de trappen leken onbegaanbaar en over een aantal trappen deed ze wel een half uur. Maar ze moest door!
Als ze nu zou gaan rusten, was de kans groot dat ze niet meer verder kon of terug en dat ze vast bleef zitten.
Ze moest door!
De avond viel in en de vrouw pakte een zaklantaarn om zichzelf meer licht te geven.
Heel voorzichtig schoof ze de sneeuw van de treden voor zich eraf en op handen en knieën beklom ze die nacht de trap.
Tegen de ochtend, toen het licht werd, zag ze de zon.
De zon scheen met zijn warme stralen op haar gezicht.
De vrouw keek en de warme tranen liepen over haar gezicht.
Ze had de overgang van het verleden naar het heden volbracht.
De zon scheen, ze zag de trap naar boven langs de berg lopen en in de verte, boven aan de trap stond een klein huisje.
De vrouw glimlachte door haar tranen heen.
Ze was eigenlijk te moe, maar de adrenaline in haar zorgde ervoor dat ze verder klom.
De lucht werd ijler. De kou was aangenaam nu de zon scheen, maar het betreden van de trappen was zwaar.
Af en toe stond ze even stil om wat te eten en van het uitzicht te genieten.
Tijdens de beklimming genoot ze van deze wereld boven de wolken. En aan het einde van de dag, net toen het donker begon te worden, kwam ze bij het huisje aan.
Ze klopte aan en de deur ging open.
Een man met een dikke paarse mantel deed open.
Zijn felblauwe ogen glinsterden en keken haar lachend aan.
“Je hebt het volbracht!” riep hij blij en ving haar op in zijn sterke armen. Hij tilde haar op en legde haar in een bed waar ze uit kon rusten. Een knapperend haardvuur zorgde voor de rust en warmte.
De volgende dag werd de vrouw wakker en keek meteen in de stralende ogen van de man.
“Mag ik me even voorstellen? Mijn naam is Saint-Germain.
Ik mag u verwelkomen in het heden. Kom, eet wat”, en hij gaf haar een dienblad met eten wat ze nog nooit had geproefd.
Ze begon te eten en het eten gaf haar zoveel energie, waardoor ze zich gelijk weer fit voelde.
“Ga je mee?” Vroeg hij haar. De vrouw stapte uit bed en deed haar jas aan. Samen liepen ze naar buiten.
Saint-Germain keek naar het dak van het huis.
“Ik wil je vragen om deze trap die naar het dak van het huis gaat, ook te beklimmen.
Dit is de laatste trap die je nog moet klimmen. Dan is er geen weg meer terug naar het verleden”.
De vrouw knikte en klom de trap op die naar het dak toe leidde.
Ze ging boven op het dak zitten en Saint-Germain kwam naast haar zitten. Samen keken ze naar beneden.
Ze zagen de wolken over drijven. Ook zagen ze de besneeuwde bergen en nu de zon scheen, maakte dit alles zoveel mooier.
De vrouw begon te huilen. “Het is allemaal zo mooi, zo sereen.
Hier voel ik geen dualiteit, hier voel ik me één met alles”.
Saint-Germain legde zijn arm om haar heen en zoende haar op haar wang. “Ik ben heel trots op jou, maar kom, zullen we hier weggaan?” En hij stond op, pakte haar hand vast en samen sprongen ze van het dak af en zweefden ze als een adelaar in de wind. En net op het moment dat ze de grond zouden raken, deed ze haar ogen open.
De vrouw werd wakker en op haar stoel lag haar dikke winterjas. Een sneeuwvlok dwarrelde van haar jas op de grond en verdween.
Ze was op het dak van de wereld geweest. Ze glimlachte en bedankte Saint-Germain voor zijn liefde voor haar.
Wij als spirituele wezens mogen onszelf her-ontmoeten en gaan op zoek naar ons ware zelf.
Op een dag vragen we onszelf opeens af: ‘Waar kom ik eigenlijk vandaan?’
We weten dat we geboren zijn uit een moeder, maar wat is nu het grotere plaatje achter het leven dat ik nu leef? Zo gaan we op zoek naar onze ware identiteit.
Je gaat eens goed kijken naar jezelf als mens. ‘Doe ik misschien iets niet goed?’
En als je goed kijkt, zie je opeens patronen in jezelf die eigenlijk helemaal niet zo aangenaam zijn. Je ziet dat je jezelf te veel weggeeft, of altijd graag ergens bij wil horen.
Ook zie je dat je altijd de baas wilt zijn, haantje de voorste zullen we maar zeggen.
En je gaat proberen om al die patronen in jezelf, waarvan je zelf vindt dat ze niet oké zijn, veranderen. Je stopt met liegen of de boel te verdraaien.
Je bent nu opeens iemand die luistert naar een ander, iets wat je daarvoor niet deed.
Je gaat zelfs zover, dat je durft toe te geven dat je fout zat op bepaalde momenten.
Het voelt als schoon worden en denkt dat al je karma is opgelost en je wilt geen nieuwe patronen ontwikkelen en het voelt geweldig!
Het lijkt net of je laagjes van jezelf aan het afwerpen bent, die je al die tijd het gevoel hebben gegeven, dat jij dat echt was. Maar die jou van je geboorte af aan geprobeerd hebben te beschermen tegen pijn en angst.
Je hebt de eerste laag van je ego onderzocht en het is heerlijk. Je bent een compleet ander mens geworden en je loopt op wolken. Op spiritueel gebied gebeurt er opeens van alles, en het lijkt erop, dat je nu ook iets voelt en ruikt en misschien wel ziet.
Je staat opener voor de energieën om je heen.
Je hebt het gevoel dat je alles hebt opgeruimd in jezelf, totdat er op een moment in je leven iets gebeurt dat alle registers opentrekt, en je het gevoel geeft, dat je weer van voren af aan moet beginnen. Nu komt er een oude pijn van vroeger naar boven en je zit weer helemaal in dat gevoel van toen. Je bent er gewoon ziek van en zit gevangen.
Je hebt jezelf inmiddels aangeleerd, om ernaar te kijken, als er een patroon in jezelf is dat niet fijn aanvoelt. Dat is het begin van innerlijk kind werk.
Als we terugkijken naar ons spirituele pad, dan zien we dat iedere pijn die wij in ons meedragen verschillende gradaties heeft. Ikzelf zeg altijd, het heeft meerdere lagen.
Je kunt iets wat in je leven is gebeurd niet in één les oplossen en loslaten.
Dit gebeurt vele keren, elke keer opnieuw.
Elke keer als je een nieuwe fase van lessen ondergaat, zullen de pijnen en trauma’s die je mee hebt gemaakt vanuit het verleden steeds een beetje dieper gaan inzien.
Je bewustwording verruimd en je gaat naar een andere hogere vorm van zelfrealisatie, en daar horen ook de bijbehorende lessen bij.
Het is elke keer dezelfde pijn, dezelfde angst, maar je kijkt er op een andere manier naar.
Je kijkt er op een heel andere manier naar, dan toen je in een iets lagere fase zat in je eigen ontwikkeling. Ik zie het als een school met zijn klassen.
Een kleuter kun je niet meteen de lessen uit groep acht geven. Ieder klas heeft zijn eigen lessen.
Zo zit dat ook bij onze innerlijke lessen. Elke keer zal je een trauma vanuit het verleden weer even ondergaan en in gaan zien. Je zal je inzichten eruit halen en dan mag het weer losgelaten worden. Dit gaat net zolang door, totdat je bij de kern van het probleem bent aangekomen.
Je mag het nu voor altijd los gaan laten.
Het is een ingewikkeld proces en niet iedereen loopt hier zomaar even door heen.
Velen doen hier vele levens over en gaan in hun laatste reïncarnaties bij leven een klas hoger.
Als je een oude ziel bent, en daar zijn er op dit moment erg veel van, ben je in de afrondende fase beland. Je krijgt ontzettend veel trauma’s te verwerken.
Je mag het in elk leven weer opnieuw beleven. Je haalt je inzichten eruit en in een volgend leven mag je het weer overdoen, maar dan een klas hoger.
In één van je laatste levens van oude ziel zijn, komt alles nog eens voorbij als een soort van examen. Je gaat tijdens dit leven telkens ook een klas hoger.
Je haalt uit iedere klas je inzichten en je laat het weer los en gaat over naar de volgende klas.
Ook zijn er tussen de klassen door, zoals ik ze maar noem, ook een soort tentamens.
Deze tentamens worden geleid door de Meesters van het licht. Ze hebben jou gezien en jij bent hun pupil. Je mag vanuit je innerlijke stilte met hen in contact komen en ze bereiden je voor op een nieuwe en volgende fase. Ze staan naast je, als je naar de kern van je bestaan toewerkt.
Ze houden je vast en tillen je op als het te moeilijk wordt.
Denk niet dat je gaat falen omdat deze weg zo zwaar is. Nee, ze helpen je en geven je inzichten die jouw innerlijke pijn op zal lossen, maar jij bent degene die het doet. Zo hebben alle emoties, trauma’s, angsten en onzekerheden een kern, en zodra je deze hebt ingezien en losgelaten in de allerhoogste klas of fase, dan ben je klaar voor je meesterschap.
Er wordt veel gesproken over innerlijk kind werk. Er worden veel cursussen aangeboden en je mag helemaal terug naar je kind zijn. Zelf schrijf ik innerlijk kind verhalen voor anderen en ik merk dat mensen het fijn vinden om weer even hun innerlijk kind in zichzelf te ontmoeten.
Maar vaak heeft dit innerlijk kind pijn en verdriet en schreeuwt het uit van angst.
Het is goed om te kijken naar dit innerlijk kind vanuit dit leven, maar het innerlijk kind van dit leven draagt ook de angsten en verdriet mee vanuit al die andere levens.
De trauma’s zitten veel dieper geworteld dan wat het in dit leven heeft opgedaan.
Dat is ook de reden waarom we steeds dieper in onszelf mogen voelen, totdat we bij de kern zijn aangekomen en dit mogen oplossen.
Innerlijk kind werk is dus een transformatieproces in onszelf, dat teruggaat naar ons echte menszijn. Ons echte menszijn is, hoe we zonder dualiteit, zonder ego, in ons eigen goddelijke licht staan. Hier zijn we een puur mens. We hebben het lijden achter ons gelaten.
We zijn meester geworden over het lijden heen.
In het begin van dit geschrevene, staat dat we in zekere zin op zoek gaan naar wie we echt zijn. Wij voelen in heel ons wezen dat er achter onze geboorte een veel groter plan schuilgaat.
Dit is het plan. Ons meesterschap dat wij hier op aarde mogen behalen met behulp van onze lieve, maar zeer toegewijde lichtwezens.
Maar hoe gaan we nu te werk, hoe kunnen we onszelf helen van oude en getraumatiseerde pijnen en angsten?
Hoe kunnen we onszelf zo helen dat we nooit meer in die angst en onzekerheid verkeren?
Het enige wat ik kan zeggen is: Luisteren naar de innerlijke stem in jezelf.
Heb je hem/haar al ontmoet? De stem die tegen je praat, die je de inzichten geeft, die je bijstaat als alles dreigt mis te lopen en een uitweg voor je zoekt.
De stem die onvoorwaardelijk van je houdt en je niet alleen zal laten? De stem van goddelijke vrijheid, die je de weg wijst en naast en achter je staat.
Deze stem is jouw innerlijke gids die altijd met je meereist van leven naar leven.
Deze stem zou 2000 jaar geleden ‘De Christus’ genoemd worden.
Mijn leraar zegt dat we die naam niet meer moeten gebruiken, maar daar een andere benaming aan moeten geven. Waarom? Omdat het Christuslicht een bepaalde lading met zich meedraagt. Dat alleen Jezus deze fase heeft behaald.
En nog, als iemand nu zal zeggen, het Christuslicht is in mij gedaald, dan weet ik zeker dat niet iedereen je zou geloven of je word opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.
Wij als mens zijn als ziel afgedaald naar de laagste sferen van ons bestaan.
Hoe vaak zeggen wij niet: “We leven in een hel op aarde.”
Wij komen als ziel dus uit de Goddelijke sferen en zijn langzaam afgedaald naar de laagste sferen. Na Lemuria en Atlantis zijn we nog meer afgegleden naar Egypte en andere beschavingen.
Wij als ziel werden steeds meer verdicht en kwamen steeds meer in onbalans.
De vrouwelijke lijn die op dat moment de sterke lijn was, werd langzaam overgenomen door de mannelijke lijn en zo’n 2000 jaar geleden kwam dat op een hoogtepunt.
Vanuit de bijbel kennen we dat Jezus ons voor ging. Hij behaalde het Christuslicht, en hij liet zien dat wij als mens/ziel weer terug kunnen naar het Goddelijke, waar vanuit we eens zijn vertrokken. Hij bereidde de weg voor, maar niemand begreep dat toentertijd.
Ze waren zo verdicht en zagen niet, dat het licht ook voor iedereen te behalen viel.
De macht van de mannelijke lijn was veel meer op de voorgrond en het heeft vele eeuwen geduurd voordat de vrouw weer wat meer zeggenschap kreeg.
Ook de macht van de mannelijke lijn werd steeds minder en er kwam langzaamaan meer balans tussen de mannelijke en vrouwelijke lijn.
We hebben eerst de vrouwelijke macht gehad. De man was onderdanig en na zoveel eeuwen veranderde het weer en kreeg de mannelijke lijn meer zeggenschap.
Nu is er een tijd aangebroken dat de mannelijke en het vrouwelijke volledig in balans komen.
Wij als ziel, en zeer zekere de oudere zielen onder ons, hebben deze hele cyclus meegemaakt en zijn nu klaar om in de laatste fase, de laatste klas hun examens te gaan halen.
Het Goddelijke licht heeft je gezien. Het wil dat je naar huis komt, als een ziel dat volwaardig Goddelijk mens is geworden.
Het innerlijk kind is dan geen kind meer. Je innerlijk kind is gegroeid samen met jou en transformeert en veranderd in een prachtige Lichtmeester.
Alle verhalen en inzichten tussen de verhalen door, zijn aan Jolanda doorgegeven om u als mens te helpen op zijn/haar zielen-pad.
Simpele en makkelijk begrijpbare verhalen met een belangrijke levensles die iedereen begrijpt en mag onderzoeken in zichzelf.
Lessen die verandering in uw eigen zielen-pad kan brengen door ze toe te passen in uw leven.
Dit waren dé belangrijkste lessen om uw eigen innerlijk werk mee te beginnen!
Heeft u het gevoel dat u het nog eens moet lezen, lees het dan opnieuw. Het zal u weer andere inzichten geven.
Uw liefhebbende,
Sananda
Joke van Slooten (donderdag, 31 augustus 2023 15:50)
Ik vind het een uitstekend stuk schrijfwerk, heel duidelijk en vol liefde geschreven.
Dank je voor deze uitleg
♥️♥️♥️
Anemoon (donderdag, 31 augustus 2023 09:39)
Ik las je berichtje op Facebook en heb de link gelijk aangeklikt.
Ben begonnen met lezen en ik kon niet meer stoppen.
Wat ontzettend helder, en zo makkelijk uitgelecht waardoor ieder mens de lessen van het leven kan begrijpen. Ik lees graag jouw verhalen en de lessen daarin zijn makkelijk te begrijpen.
Ga vooral zo door Jolanda, je helpt hiermee heel veel mensen!
Dank je wel, liefs Anemoon.
Paula (donderdag, 03 augustus 2023 10:01)
Wat een herkenning en wat een mooie website! �
Dank je wel dat je mij weer op mijn pad heb gezet.
Liefs Paula��
Johannes (donderdag, 27 juli 2023 05:08)
Lieve Jolanda, wat heb je dit prachtig en liefdevol omschreven. Ik heb alles in één keer gelezen en merk dat het wat met me doet. Ik hoop dat je veel meer mag doorkrijgen via jou kanalen. Dankjewel!!