Een paar uur lag hij daar op zijn rug.
Met zijn ogen open, starend naar het plafond.
‘Kun je niet slapen?’ hoorde hij naast zich.
‘Nee’, fluisterde hij zacht tegen zijn vrouw.
‘Wat is er toch?’ vroeg ze. ‘Je was de hele avond al zo afwezig.’
‘Ach niets ga jij nu maar lekker slapen lieverd, je hebt je rust hard nodig.’
Zachtjes draaide ze zich om met een zacht kermend geluid.
Zijn hart brak toen hij dit hoorde.
Hij hield het niet meer uit in bed.
In de keuken aangekomen keek hij naar buiten waar het pikkedonker was.
In een flits leek het of er iemand achter hem stond.
Hij schrok, maar bleef verstild staan.
Bij het omdraaien zag hij niets, maar hoorde hij een vreemd geluid uit zijn werkkamer komen.
Heel alert liep hij door de donkere gang en deed bedachtzaam de deur van zijn kantoor open.
Weer bekroop hem dat gevoel alsof er iemand was, maar hij zag niets.
Hij liep naar zijn bureau en keek nog eens naar de stapel papieren en alsof er iets in hem gebeurde stond hij daar en zei zacht: ‘Oké, ik zal me erin verdiepen.’
Met een gek berustend gevoel kroop hij weer zachtjes naast zijn lieve vrouw.
Hij dekte haar toe en fluisterde: ‘Ik hou van je lief.’
Hij wist dat ze die ochtend naar het ziekenhuis moest voor de uitslag.
‘Johan ben je klaar?’
‘Ja ik kom.’
Hij stommelde naar zij vrouw, die al bij de deur stond te wachten.
‘Heb je alles?’ vroeg ze.
‘Ja kom nu maar, anders zijn we echt te laat voor de afspraak.’
Vandaag was de grote dag. Gabriëlla zijn geliefde vrouw zou vandaag de uitslag horen van de arts in het ziekenhuis.
Gespannen en stil zaten ze naast elkaar in de wachtkamer.
‘Wat liggen er eigenlijk allemaal voor brieven op je bureau?’ fluisterde ze hem toe.
‘Ach, wat papieren uit de erfenis van mijn vader.’
‘Oh, wat zijn dat dan voor brieven?’
‘Niets bijzonders. Wat oude aantekeningen in het oud Nederlands geschreven, kan er niks mee.’
‘Je krijgt ze niet voor niets’, maar op dat moment werd ze onderbroken
door een lange man in een witte jas.
‘Mevrouw Brand!’ klonk een zware stem.
Met een brok in de keel stonden ze op en keken naar elkaar.
Oké, hier gaan we dan.
Zwijgend voor zich uit kijkend zaten ze daar met elkaar aan de keukentafel.
Een woede maakte zich meester van hem.
Een grote woede vanuit onmacht deed hem een glas dat voor hem stond kapotsmijten.
‘Rustig lieverd!’ riep Gabi, ‘rustig!!’
Ze keken elkaar diep in de ogen aan en vlogen elkaar om de hals.
‘Nog maar een paar maanden! Hoe dan?! Waarom jij?!’ huilde hij.
‘Ik kan er niets aan doen Johannes’, snikte zij nu ook.
‘Dat weet ik toch lief, maar het is zo onrechtvaardig.
‘Iemand zoals jij die altijd geestelijk en fysiek goed voor zichzelf zorgt.
Waarom krijgt uitgerekend jij die rot ziekte?!’
De film van het ziekenhuis spookte de rest van de dag door hun hoofd.
Uitgezaaide kanker zonder behandelplan was de conclusie van de arts.
‘s Avonds lag ze in zijn armen op de bank.
Ze hadden de deken die gemaakt was door haar oma over zich heen geslagen, in de hoop hier iets van troost in te vinden.
‘Wil je me één ding beloven Johannes?’ vroeg ze zacht.
‘Natuurlijk lieverd, wat moet ik beloven?’
‘Dat je goed voor jezelf zal zorgen en dat je niet jezelf verliest in je werk of in de alcohol,
net zoals je vader.’
Hij voelde het op dat moment anders, maar om haar gerust te stellen
beloofde hij haar goed voor zichzelf te zorgen.
‘Kom je me af en toe nog wel even opzoeken?’ was zijn verzoek er achteraan?
‘Tuurlijk!’ zei ze plagerig.
‘Ben er maar zeker van dat ik ervoor zorg,
dat al je toekomstige vriendinnetjes het huis uit gejaagd worden.’
‘Ik wil niemand anders meer’, zei hij boos. ‘Het is jij of niemand!’
‘Ik zou het je wel gunnen hoor lieverd’, maar Johannes wilde er niets meer over horen.
Een week later belde Johannes in paniek de dokter op.
‘U moet nu komen, hoort u mij! Nu!!’
Nog geen vijf minuten later ging de deurbel.
Daar stond de dokter met zijn tas.
‘Kom snel!’ riep Johannes hem toe, die inmiddels al richting de woonkamer liep.
‘Help haar toch!’ riep Johannes de dokter toe, terwijl hij nerveus heen en weer liep.
Gabi had al dagen niets meer binnen kunnen houden aan eten en drinken.
Sterk verzwakt probeerde ze zich op te richten.
Maar de dokter maande haar op lieve toon: ‘Blijf rustig liggen.’
‘Dit gaat zo niet langer meer, ik kan dit niet meer aanzien.’
‘Ik ben het volledig met u eens meneer Brand.
Het moment is aangebroken om haar niet langer op deze manier te laten lijden.’
Johannes hield zijn handen voor zijn gezicht.
Alles in hem schreeuwde NEE!!
Maar ze was het gevecht aan het verliezen, sterker nog ze had al verloren.
Dit laatste stukje maakte het mensonterend.
De dokter stond op de gang te bellen met de nodige mensen, toen Johannes zich langzaam over haar bed boog, om Gabi een kus op haar voorhoofd te geven.
‘Het is klaar Johannes ik kan niet meer, dit is geen leven.’
‘Ik weet het schat, je mag straks heerlijk gaan slapen.’
Ze keken elkaar met een intense blik aan die niet van deze wereld was.
Alles leek stil te staan.
‘Ik ben over een uurtje terug met het noodzakelijke', zei de dokter en liep vervolgens het huis uit.
Bij het dichttrekken van de deur moesten ze beide huilen.
Daar stond hij nu te kijken, wat was ze mooi!
De zon kwam door de ramen binnen en scheen haar gouden licht over haar haren en gezicht.
Een engel zoals ze er nu uitziet, bedacht hij zich.
Haar overlijden had bij hem een diep innerlijk stuk aangeraakt,
wat voor hem als een liefdevolle deken aanvoelde.
Het was allemaal zo sereen in huis.
Zelfs toen ze overging, ‘echte liefde is het’, sprak hij hardop uit tegen zichzelf.
Hij was zich ervan bewust dat dit de laatste keer was dat hij haar zou zien.
Maar wat zou het gemis hem zwaar vallen.
Na de uitvaart liep Johannes er verloren bij.
Hij liep doelloos over het kerkhof te kijken naar stenen, met namen erop die hij niet kende.
Een aantal van zijn collega advocaten waren naar de begrafenis gekomen om hem steun te betuigen.
Zij kenden haar niet echt, omdat Johannes haar altijd van dat stuk in zijn leven had weggehouden.
‘Dat is een wereld met wolven en slangen’, zei hij altijd tegen haar.
Maar toch bleek vandaag nu zij hem steun wilde brengen, er een menselijke kant aan te zitten.
Een drietal collega’s hadden hem aangeboden om zijn lopende zaken over te nemen.
Ze zouden het voor hem doen en hij zou gewoon het salaris ontvangen.
Een uiterst vriendelijk gebaar.
Vooral omdat hij wist dat ze het al zo druk hadden.
Johannes had zich erover verbaasd dat ze dit voor hem wilden doen.
Wat hij niet wist was, dat Gabi achter zijn rug om contact op had genomen met zijn kantoor,
een aantal weken geleden.
Heren zoals het waren, hebben ze dit nooit aan hem verteld.
Maar nu was het klaar, hij stond daar alleen op dat koude kille kerkhof.
Zittend aan zijn bureau keek hij weer naar de stapel papieren met het briefje van zijn vader dat prominent er bovenop lag.
‘Ik heb niets meer, niemand!’
Een sterk zelfmedelijdend gevoel bracht hem in tranen.
Hij besloot wat spullen en kleren van zijn geliefde Gabi uit te gaan zoeken.
Lopend naar de slaapkamer leek het alsof er lood in zijn schoenen kwam.
Hij kreeg het benauwd. Hoe kon hij nou iets van haar wegdoen?
Bij het openen van een kistje dat op de grond stond onder haar nachtkastje,
kwam er een briefje omhoog gewaaid.
Hij pakte het op en ging naast haar kant van het bed op de grond
met zijn rug tegen het bed aangeleund zitten.
‘Lieve Johannes’ Stond erop.
Direct kreeg hij een brok in zijn keel!
‘Lieve Johannes
Als het leven je zwaar valt
en je geen vaarwel kunt zeggen
omdat er dan niets overblijft
de pijn niet meer te verdragen is
het huilen geen opluchting geeft
weet dan dat het rijk der liefde daar is om je te omarmen.
mijn lieve vriend mijn lieve man
ik hou van jou met heel mijn wezen
zorg goed voor jezelf!!’
Johannes brak in honderd duizend stukken.
Het leek of hij verscheurd werd door de pijn die hij nu voelde.
Hij huilde zo hard en ongecontroleerd, dat het wel een eeuwigheid leek te duren.
Toen hij echt niet meer kon van het verdriet, kwam er opeens een golf van warmte door hem heen stromen.
Direct werd hij rustig.
Het huilen maakte plaats voor verwondering en stilte.
Gabriëlla schreef veel. Vaak plakte ze overal briefjes op met een doordenkend stukje tekst erop,
waar Johannes over de dag heen vaak zijn hoofd op brak.
Sommige begreep hij niet echt, maar toch deed het iets met hem.
Zo had ze laatst een briefje op de koelkast geplakt waarop stond
“Je zult liefde ontmoeten, wanneer de geest vrij is van alle dingen, die deze in elkaar heeft gezet.”
Het leek of hij nu pas begreep wat ze daar mee bedoelde te zeggen.
Hij besloot het briefje weer terug te leggen in het sierlijke kistje onder haar nachtkastje.
De alles doordringende alleenheid voelde niet meer zo zwaar.
Er was wat berusting in gekomen.
Hij besloot een wandeling te gaan maken. Iets wat Gabi elke dag wel deed.
Al lopend bemerkte Johannes, dat de stilte in hem nog steeds aanwezig was.
Sterker nog, het leek krachtiger te worden naarmate hij verder het bos in liep.
Alles leek scherper te worden.
Zijn lichaam begon te tintelen en de frisse lucht leek wel door al zijn cellen heen te gaan.
Hij had dit nog nooit ervaren maar er wel veel over gehoord toen Gabi hier over sprak.
Hij had vaak knikkend en begrijpend haar aangehoord,
maar nu was het hier in dit moment dat ook hij het ervaarde.
Naar de blauwe hemel kijkend die boven de hoge bomen zichtbaar was,
riep hij hardop: ‘Ik voel het, ik zie het lieverd. Hoor je mij!!!’
‘Kijk de kleuren schat! Ik heb nog nooit zoveel verschillende kleuren groen gezien!’
Opeens bleef hij verstild staan.
Zijn blik viel op een roodborstje voor hem, die zojuist was geland op een tak.
Verwonderd keek hij naar het vogeltje, die zoals het leek, hem aankeek.
Toen hij weer rustig verder wilde gaan lopen en zijn handen in de zakken stak van zijn kobaltblauwe lange jas,
voelde hij iets in zijn rechter zak.
Hij haalde een beetje verfrommeld briefje tevoorschijn.
Wat staat daar nu alsof hij even moest schakelen van het zien in directheid naar zien
vanuit de bekende denkgeest.
Het koste hem even wat moeite om te focussen en hij moest zich goed concentreren om de woorden te lezen die op het briefje stonden.
I Am Singing
I Am the song between the singing of the bird,
I Am the song between the howling of the wind,
I Am the song between the thinking of thoughts,
I Am the song between the words,
I Am singing…….
Nog voor hij het laatste woord las, vloog het roodborstje vlak voor hem langs en verdween vervolgens tussen de veilige takken en
donkergroene bladeren in de grote boom voor hem.
Verbaasd heeft hij daar nog een tijdje gestaan, voordat hij zijn weg vervolgde door het ook voor hem nu betoverende wonder wat natuur genoemd wordt.
© Auteur Ronald Rhijnsburger
€ 14,95
incl. btw excl. verzendkosten
Gratis verzending naar de volgende landen: Meer tonen Laat minder zien
€ 9,99
incl. BTW
Gratis verzending naar de volgende landen: België, Nederland Meer tonen Laat minder zien