· 

De kleine zolder Elf

Er was eens een kleine Elf.

Ze woonde op een zolder, vanwaar ze elke ochtend vanuit het raam naar buiten keek. 

Ze zat dan op een houten kist en in haar handen hield ze stevig een gouden sleutel vast.

Ze verlangde ernaar om naar buiten te gaan, maar ze durfde niet.

Bang voor de andere Elfen, en om dan de inhoud van haar kist te moeten laten zien.

De kleine Elf huilde en drukte de gouden sleutel dicht tegen haar hartje aan.

Zo gingen er weken, maanden en jaren voorbij dat de kleine Elf uit het raam naar buiten keek.

Elke dag verlangde ze ernaar om naar buiten te gaan, maar ook elke dag kwam er meer angst bij, om de inhoud van haar kist aan anderen te verliezen.

 

Op een dag kwam er een wijze uil langs gevlogen.

Hij kwam net thuis van zijn avondje uit.

Het was hem al vaker opgevallen dat de kleine Elf elke morgen naar buiten zat te staren, en nu hij langs het raam vloog zat ze er weer.

De uil werd nieuwsgierig. Hij vloog door het open raam naar binnen en ging voor de kleine Elf op de grond zitten.

“Waarom ben je zo verdrietig?” vroeg de uil.

De kleine Elf keek op en zei: “Dag uil. Ik wil zo graag naar buiten, maar durf dat niet. Ik ben bang dat, zodra ik naar buiten ga, ik dan de inhoud van mijn kist moet delen met anderen.”

 

De wijze uil keek naar buiten.

“Daarbuiten is een hele mooie wereld.

Het is zó groot, en ik als vogel kan door de sluiers heen vliegen.

Zo vlieg ik van de ene mooie wereld naar de andere.

Daarbuiten ontmoet je de mooiste en liefste vrienden.

Daarbuiten kun je zoveel leren en er is zoveel liefde”, vertelde de uil en sloeg even met zijn vleugels tegen zijn hart.

“Misschien hou jij jezelf wel gevangen hier op deze zolder en moet je juist kijken naar je schatten die je in die kist bewaart.

Zullen we samen de kist eens open maken?”

 

De kleine Elf huilde nu zachtjes, maar ze gleed toch van haar kist af en stond nu naast de wijze uil.

Ze knikte. Ze wilde niet meer bang zijn, en ze wilde de wereld in, maar haar angst hield haar tegen.

De uil keek haar aan en zei: “Je moet het wel zelf doen.

Ik mag je daarbij niet helpen, maar ik ben wel bij je.”

De kleine Elf zette een stap naar voren en deed de gouden sleutel in het slot. Dan draaide ze de sleutel om en opende de kist.

Heel voorzichtig haalde ze een oude teddybeer uit de kist en drukte deze dicht tegen zich aan.

“Deze heb ik van mijn vader gekregen, maar hij leeft niet meer.

Ik ben bang om haar te verliezen.”

“Je kunt ook de buitenwereld in gaan en aan iedereen vertellen hoe speciaal deze teddybeer voor jou is, en je verhaal over je vader met anderen delen.

Ik weet zeker dat er veel meer Elfjes zijn die net als jij een vader hebben, die niet meer leeft. Dan kunnen jullie elkaars verhalen delen.

Wat zit er nog meer in de kist?” vroeg de uil nieuwsgierig.

 

De kleine Elf pakte er een boekje uit en bladerde er doorheen.

Ze had daar vroeger kleine verhaaltjes en gedichtjes in geschreven.

Deze gingen over haar eigen verdriet en pijn, maar ook over haar liefde en geluk.

“Wat is dat voor een boekje?” vroeg de uil.

“Hierin heb ik mijn emoties verwoord, zodat ik ze voor altijd bij me kan houden.”

“Zou het misschien fijn zijn, om deze te delen met anderen?

Ik weet zeker dat er meer Elfjes zijn, die net als jij, hetzelfde hebben meegemaakt. Door jouw verhaaltjes en gedichtjes kunnen ze zichzelf hierin herkennen en kunnen ze, net zoals wat jij nu doet, kijken naar hun eigen verdriet en angst. Zo help je de ander.”

“Is dat werkelijk waar uil? Kunnen mijn verhalen en gedichten een ander helpen?”

De uil lachte. “Ja mijn lieve Elf, dat kunnen ze zeker.

 

Wat heb je nog meer in de kist liggen?”

De kleine Elf bukte zich en haalde een ketting met een rood hartje eraan uit de kist.

“Deze ketting heb ik ooit eens van een andere Elf gekregen.

Ik vond dit zó lief, dat ik hem niet om durfde te doen.

Omdat ik bang was hem te verliezen.”

De uil keek het kleine Elfje met enig ongeloof aan.

“Oh wat erg! Je krijgt zoveel liefde en je verstopt het?

Ben je dan zo bang om de liefde te verliezen?

Wat als je die ketting nu eens omdoet? Dan heb je hem altijd bij je.

Dan kan niet alleen jij, maar kunnen ook andere Elfjes de schoonheid ervan zien!”

De uil pakte de ketting uit haar handen en deed de ketting bij haar om.

Het rode hartje straalde en met haar kleine vingertjes raakte de kleine Elf het hartje even aan.

“Je hebt gelijk lieve uil. Zoiets moois mag ik niet verstoppen.”

 

De uil keek in de kist en zag dat deze nu leeg was.

Hij deed de deksel dicht en keek de kleine Elf aandachtig aan.

“Deze gouden sleutel is er niet voor, om alles wat je bezit op te sluiten.

Deze sleutel is er juist voor, om de kist te openen en de inhoud te delen met de wereld.”

De kleine Elf lachte blij en bedankte de wijze uil.

 

Vanaf die dag ging ze elke dag naar buiten en ontmoette ze gelijkgestemden. Schreef ze de mooiste gedichten en verhalen en deelde deze met anderen.

En iedereen zag haar mooie ketting met het rode hartje stralen.

Elke dag zag ze een beetje meer van de wereld die voor haar voeten lag.

Een wereld van vrijheid, van bewustwording en van onvoorwaardelijke liefde.

Want er is maar één sleutel tot het hart, en deze moet je open maken en niet gesloten houden.

En elke dag keek de wijze uil toe vanaf zijn tak, naar hoe de kleine Elf mooier. straalde en liefdevoller werd. 

 

 

Geschreven door Jolanda Rhijnsburger

Gastenboek

Reactie schrijven

Commentaren: 0
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding
Voor meer  info, klik op afbeelding
Voor meer info, klik op afbeelding

Schrijf-Medium Jolanda Rhijnsburger Epen Limburg