Boomreizen
Een klein Elfenmeisje zat op een tak van een boom in een heel groot toverbos.
Ze was verdwaald.
Ze was gaan spelen met haar grootste vriend, de nachtvlinder, en al spelend had ze haar wereld verlaten.
Nu zat ze op die tak van die hele grote boom en huilde zachtjes en haar traantjes vielen naar beneden.
Een klein veldmuisje schrok wakker, “regende het nu?”
Hij kroop uit zijn bedje en deed de deur open.
Hij keek naar buiten, maar hij zag geen regen.
Hij sloot zijn deurtje weer en wilde terug in zijn bedje kruipen toen hij weer druppels op zijn dakje hoorde vallen.
Snel rende hij naar buiten, hij wilde zien waar dat geluid vandaan kwam.
Hij keek omhoog en zag een klein Elfenmeisje hoog in de oude boom zitten.
“Die is ver van huis”, zei de veldmuis, “het kan niet anders dan dat ze is verdwaald.”
De veldmuis deed zijn deurtje op slot en kroop tegen de boomstam omhoog.
Toen hij bij de tak was aan gekomen keek hij naar het verdrietige Elfenmeisje.
“Piep – Piep, mag ik jou storen?” vroeg de veldmuis.
Het Elfenmeisje keek om naar de veldmuis en knikte verdrietig.
“Wat kom jij hier doen in dit grote toverbos? Ben je soms verdwaald?”
Het meisje knikte en keek weer verdrietig om haar heen.
“Misschien kan ik je helpen”, vroeg de veldmuis weer.
Het Elfenmeisje keek de veldmuis weer aan.
“Ik denk dat ik te ver ben afgedwaald, zo ver dat u mij niet meer kunt helpen.”
Een grote uil die een paar takken hoger zat, vloog naar de tak waar de veldmuis en het Elfenmeisje op zat.
Beiden keken verbaast, want een uil vloog niet snel van zijn tak af als het niet belangrijk was.
“Ik weet een weg”, zei de uil, wij gaan het aan deze oude eik vragen.
Zij is de oudste van dit grote toverbos en zij weet overal een antwoord op.
De uil vloog van zijn tak, fladderde voor de grote oude eik, en vroeg haar om hulp.
De oude eik opende haar ogen, schudde eens met haar takken net zolang dat haar bladeren gingen zingen.
Het Elfenmeisje en de veldmuis hielden zich stevig vast aan haar bladeren.
“Waarom heb je mij waker gemaakt uil?
Het moet vast belangrijk zijn, anders kom jij je tak niet af.”
De uil knikte en deed zijn verhaal.
De oude eik keek eens naar het Elfenmeisje en ze keek eens naar de veldmuis.
“H..mmm, als de uil en de veldmuis samen werken, moet het wel heel erg belangrijk zijn.”
“Oké”, zij de oude eik tegen het Elfenmeisje.
“Doe je ogen dicht en denk aan de oudste en grootste boom in jullie Elfenbos, tel dan tot tien en doe dan je ogen weer open, je zal
dan weer thuis zijn.”
Het Elfenmeisje begreep er niets van.
“Maar dat kan toch niet, dat is toveren!”
De eik begon te lachen, haar takken schudden door elkaar.
En weer moesten de veldmuis en het meisje zich vast houden aan haar bladeren om niet naar beneden te vallen.
Toen de oude eik uit gelachen was, zei ze: “Maar lieverd, dit is het toverbos waarin jij in verdwaald bent.
Hier kan alles, ik tover je gewoon terug naar huis”.
Het Elfenmeisje was verrast, in haar Elfenwereld konden ze ook veel, maar van boom naar boom reizen had ze nog nooit iets over gehoord.
“Alle oude bomen, de oudste van het bos zijn toverbomen.
Zij zullen helpen waar ze kunnen, wij zorgen voor balans in onze bossen.
Ga nu goed zitten op mijn tak en stuit je ogen en tel met mij tot tien, je zal dan thuis komen.”
Voor dat het Elfenmeisje begon te tellen nam ze afscheid van de uil en de veldmuis en ze omhelsde de oude eik.
Ze voelde de liefde door haar heen stromen en bedacht hoe bijzonder en lief deze oude boom was.
Ze ging goed zitten en sloot haar ogen, en samen met de eik telde ze tot tien.
Langzaam deed ze haar ogen open en zat op de tak van de oudste boom van haar wereld.
“Heb je een fijne reis gehad?” vroeg de oude spar.
Het Elfenmeisje knikte: “Het was er prachtig!
Ik heb in die tien tellen meer gezien en geleerd dan ik in mijn hele leven gezien en geleerd heb.
Het was zo mooi!”
“Zal ik jouw eens een geheimpje vertellen?” vroeg de oude spar.
Het Elfenmeisje knikte.
“De nachtvlinder heeft jouw expres mee genomen naar het toverbos.
Hij en wij wilden jouw graag voorbereiden op jouw nieuwe taak.
Ooit komen de Elven bij jou voor raad en jij zal ze dan gaan helpen.
Jij mag zo vaak reizen als je zelf wilt.
Reis en geniet van wat je ziet, leer van wat jou liefde geeft.
Moeder Aarde geeft jouw alle wijsheid en ze laat jouw alles zien, en als je later groot bent, zal je de wijste Elf zijn uit het Elfenbos, net zo als jouw moeder en jouw oma dat zijn. Want ook zij
hebben ons gevonden en hebben veel gereisd”.
Het Elfenmeisje was verbaast.
Haar moeder en haar oma waren de wijste vrouwen van het rijk.
Dus dat was hun geheim, boomreizen.
Het Elfenmeisje sprong van haar tak en omhelsde de oude spar.
De liefde die ze toen voelde was overweldigend.
“Tot snel”, zei de oude spar en knipoogde.
De oude spar wist heel goed dat ze de volgende dag aan haar taak zou beginnen.
Nog één keer draaide het Elfenmeisje zich om en zwaaide naar de oude spar.
Later als ze groot was, zal ze haar oma en moeder opvolgen, de wijste vrouwen van het Elfenrijk, en een traan van dankbaarheid gleed over haar wang naar beneden.
Geschreven door Jolanda Rhijnsburger.
Reactie schrijven
Marga (donderdag, 05 januari 2023 13:08)
O wat hou ik hiervan ben nu 60 jaar maar nog steeds en gelukkig maar weg van deze verhalen
Ineke (donderdag, 05 januari 2023 13:09)
O wat is het weer een mooi verhaal, dankjewel lieverd, ik heb weer genoten. �